Te snelle groei van failliet bedrijf wijst nog niet op onbehoorlijk bestuur

Te snelle groei van failliet bedrijf wijst nog niet op onbehoorlijk bestuur

Een techbedrijf groeit zo snel dat er financiële problemen ontstaan. Na de faillietverklaring stelt de curator dat de bestuurders onbehoorlijk hebben gehandeld: de ongecontroleerd groei heeft de schuldeisers benadeeld. De bestuurders moeten het boedeltekort uit eigen zak betalen, maar het gerechtshof steekt daar een stokje voor.

Genoeg klanten en mooie omzet. Een tijdlang ging het goed met het bedrijf dat zogenoemde leads genereerde op internet. De bestuurders hadden goed contact met Google en zij voerden regelmatig overleg. Voor Google was het bedrijf geen kleine speler, maar een klant van waarde. Op enig moment besluiten de bestuurders om in te zetten op een groeiversnelling. De bank verhoogt het rekening-courantkrediet. Als het bedrijf nog verder wil groeien om in de pas te kunnen blijven lopen met Google, wordt het rekening-courantkrediet opnieuw verhoogd.

Betalingsregeling

Toch komt er de klad in. Facturen van Google worden steeds later betaald, er komt een betalingsregeling. Het bedrijf kan de loon- en omzetbelasting alleen met een vertraging overmaken naar de Belastingdienst. De bank draait de kredietkraan langzaam dicht omdat de rentabiliteit te laag is. Uiteindelijk blijkt het bedrijf niet meer te redden en wordt het faillissement uitgesproken.

‘Ongecontroleerde groei’

De curator stelt dat de bestuurders hun bestuurstaak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Daarom zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort en moeten dit uit eigen zak betalen. Als de rechtbank dit afwijst, gaat de curator in hoger beroep. Hij vindt dat de bestuurders de liquiditeitsproblemen zelf hebben veroorzaakt en daarmee de continuïteit van de onderneming in gevaar hebben gebracht. Dit kwam omdat zij besloten om in te zetten op een harde groeiversnelling en dat was niet behoorlijk voorbereid. Er was in feite sprake van een ongecontroleerde groei, aldus de curator. De curator noemt dit ‘roekeloos en onbezonnen’. De bestuurders hadden moeten begrijpen dat dit de schuldeisers zou duperen.

Onbehoorlijk bestuur

De vraag die het gerechtshof Den Haag moet beantwoorden luidt: heeft het bestuur zijn taak onbehoorlijk vervuld? Onbehoorlijk is als de bestuurstaak ‘schuldig wordt verwaarloosd’. Fouten, misrekeningen, of achteraf beschouwd onjuiste beoordelingen, duiden veel minder snel op onbehoorlijk bestuur. Dat is pas aan de orde als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld. Ook moeten bestuurders hebben gehandeld met de (objectieve) wetenschap dat de schuldeisers zullen worden benadeeld.

Risicovolle beslissingen

Waren de bestuurders roekeloos of onbezonnen, zoals de curator stelt? Volgens het hof niet. Misschien hadden zij een rooskleurige toekomstverwachting van de onderneming en hadden zij daardoor een risicovolle beslissing genomen om de onderneming hard te laten groeien. Dat dit niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, wil nog niet zeggen dat er onbehoorlijk is bestuurd. Dit was een zeer innovatief bedrijf dat opereerde in een markt waarin de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo opvolgden. De bestuurders moesten voortdurend reageren om in de technologische en innovatieve voorhoede te blijven. Het is zeker niet zo dat geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden op deze manier zou hebben gehandeld.

Voorbereiding

Een beslissing om een harde groeiversnelling uit te voeren heeft vaak grote financiële consequenties. Wordt dit niet goed voorbereid, dan kán sprake zijn van onbehoorlijk bestuur. Dat was in deze zaak niet aan de orde, aldus het hof. Op het moment dat de groeibeslissing werd genomen, was dat goed verdedigbaar. Dat het achteraf anders heeft uitgepakt, wijst nog niet op onbehoorlijk bestuur. De bestuurders hebben plannen en groeiscenario’s ook steeds besproken met Google en de bank, en hadden dagelijks inzicht in relevante financiële informatie. De groei was ook niet ongecontroleerd. Het bedrijf werd bijgestaan door grote advieskantoren en daarbij kwamen financiële, juridische, en fiscale aspecten aan de orde.

Groeipijnen

Het hof stelt voorop dat niet alleen de beslissing om verder te groeien, maar ook de manier hoe dat gebeurt tot het ondernemen behoort. Dat gaat nu eenmaal gepaard met risico’s. Groei (in omzet en marktaandeel) is in het algemeen een doel dat een bestuurder mag nastreven in het belang van de toekomst van zijn onderneming. Voor dit bedrijf was groei een bestaansvoorwaarde op deze innovatieve markt. Het bestuur heeft deze risico’s vooraf in kaart gebracht en stuurde regelmatig bij. Dat de groei ondanks de goede voorbereiding – achteraf bezien – met groeipijnen gepaard ging en de risico’s die het bestuur had voorzien zich hebben verwezenlijkt, betekent niet dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Kosten van het geding

De curator verliest deze procedure en moet de kosten van het geding opbrengen. Het bedrijf heeft €343 betaald aan griffierecht en €18.651 aan hun advocaat. Dit alles moet de curator aan het bedrijf vergoeden.