23 jul Grote ondernemingen moeten uitgebreider rapporteren over duurzaamheid
Grote ondernemingen, zoals beurs- en andere vennootschappen, grote banken en verzekeraars krijgen een ruimere rapportageverplichting. Ze moeten straks in het jaarlijkse bestuursverslag uitgebreider beschrijven wat ze hebben gedaan om duurzaamheid te bevorderen.
Dat staat in een algemene maatregel van bestuur van minister Weerwind (Rechtsbescherming) en in een wetsvoorstel van demissionair minister Van Weyenberg (Financiën). Met de invoering van deze duurzaamheidsrapportage wordt een Europese richtlijn geïmplementeerd: de Corporate Sustainability Reporting Directive (de CSRD). De Europese Commissie heeft daarnaast standaarden uitgevaardigd die de rapportageverplichtingen nader invullen.
Inzicht in duurzaamheid
De rapportageverplichting wordt stap voor stap ingevoerd. Grote beursgenoteerde ondernemingen, banken, en verzekeraars met meer dan 500 medewerkers vallen direct (vanaf boekjaar 2024) onder de nieuwe rapportageverplichtingen. Andere grote ondernemingen en beursgenoteerde ondernemingen krijgen iets meer tijd en volgen in de jaren daarna. De rapportage gaat over ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, mensenrechten, en de bestrijding van corruptie en omkoping. Met de rapportage krijgen stakeholders inzicht in de impact die een onderneming heeft op bijvoorbeeld het klimaat, maar ook op de impact van het klimaat op de onderneming.
Accountants
Accountants zullen de duurzaamheidsrapporteringen beoordelen. Zij zullen eerst een verklaring afgeven met een beperkte mate van zekerheid, en mogelijk over enkele jaren met een redelijke mate van zekerheid. Accountants en accountantsorganisaties moeten aan extra eisen voldoen om die verklaringen te mogen afgeven.
Advies Raad van State
De wet met regels voor accountants en accountantsorganisaties wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State en wordt later in de Tweede en Eerste Kamer behandeld. De algemene maatregel van bestuur met de rapportageverplichting wordt eerst naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd en wordt daarna aan de Raad van State voorgelegd voor advies.