Anti-witwas Verordening & de zesde anti-witwasrichtlijn

Anti-witwas Verordening & de zesde anti-witwasrichtlijn

1. Inleiding:

De herziening van de anti-witwasrichtlijn (AMLD) en de nieuwe anti-witwasverordening (AMLR) dienen het hoofddoel van het anti-witwaspakket (AML) om de samenwerking tussen de lidstaten in de strijd tegen het witwassen van geld (ML) en de financiering van terrorisme (TF) te intensiveren en te vergemakkelijken, en tegelijkertijd lacunes in het bestaande rechtskader die door criminelen kunnen worden uitgebuit, te dichten. De opsplitsing van de bestaande wettelijke regeling in een richtlijn en een verordening betekent een fundamentele reorganisatie van het Europese AML-kader. Het is de bedoeling dat de voorgestelde AML-verordening alle rechtstreeks bindende regels en definities bevat die relevant zijn voor de particuliere sector, met inbegrip van de vraag welke entiteiten als “instellingen” worden beschouwd. De zesde anti-witwasrichtlijn daarentegen zal een instrument blijven waarin de normen voor institutionele samenwerking worden vastgesteld op een wijze die de autonomie van de lidstaten bij het opzetten van de organisatie van hun FIE’s en nationale toezichthoudende autoriteiten onverlet laat.

2. Wijzigingen in de AMLR:

De keuze van het wetgevingsinstrument voor de bepalingen in de anti-witwasverordening is een van de belangrijkste wijzigingen op zich. Momenteel is het Europees regelgevend kader voor AML vastgelegd in richtlijnen, die de lidstaten verplichten een bepaalde reeks maatregelen te nemen ter bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme. In het algemeen zijn richtlijnen een vorm van een harmonisatie-instrument. Zij laten de nationale wetgevers echter nog een zekere beoordelingsruimte, hetgeen in de context van de inspanningen op het gebied van AML en de bestrijding van de financiering van terrorisme (CFT) heeft geleid tot versnippering bij de toepassing van de bestaande regels op de instellingen. Het ontbreken van volledige Europese harmonisatie heeft bijvoorbeeld geleid tot verschillen in de verplichte procedures voor het uitvoeren van cliëntenonderzoek in de lidstaten. Verordeningen daarentegen zijn rechtstreeks toepasselijk in nationale rechtsgebieden, hetgeen betekent dat de aanneming en de inwerkingtreding van de AMLR de eerste uniforme AML-regeling voor de gehele EU zou betekenen.

Een van de doelstellingen van het nieuwe AML-pakket is het aanpakken van lacunes in de regelgeving die het mogelijk maken nieuwe technologieën te gebruiken om het financiële regelgevingskader van de EU te omzeilen. Daarom kan het als een verrassing komen dat zowel de AMLR- als de AMLD6-voorstellen de registratievereisten voor aanbieders van crypto-assetdiensten (CASP’s), die reeds bij de AMLD5 zijn vastgesteld, weglaten. Om dit te verklaren, is het nodig een bredere blik te werpen op de voorstellen voor EU-verordeningen die gericht zijn op crypto-assets en CASP’s, namelijk het voorstel voor de Markets in Crypto-Assets verordening (MiCA). De MiCA-verordening bevat bepalingen die de controle op crypto-assets die niet als financiële instrumenten kunnen worden aangemerkt, zoals cryptocurrencies, asset-referenced, e-money en utility tokens, en op alle entiteiten die diensten verlenen in verband met deze soorten crypto-assets, aanscherpen. Volgens de artikelen moeten CASP’s die in de EU actief willen zijn, een vergunning krijgen van de nationale bevoegde autoriteiten. Deze vergunningsprocedure omvat de registratie van een kantoor in ten minste één lidstaat en het voldoen aan diverse prudentiële vereisten. Geselecteerde aanvragers zouden worden opgenomen in een openbaar register voor de gehele Unie, dat door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) wordt opgezet en bijgehouden, waardoor de bevoegde autoriteiten geen soortgelijke registers ten behoeve van het AML-toezicht hoeven aan te leggen.

Daarnaast richt het AMLR-voorstel zich, zoals gezegd, op actoren uit de particuliere sector. Een van de belangrijkste wijzigingen in dat verband is een uitbreiding van de lijst van instellingen met meer soorten CASP’s en crowdfundingplatforms. Terwijl met betrekking tot crypto-assets de AMLD5 alleen betrekking heeft op exploitanten van wisseldiensten tussen crypto- en fiatvaluta’s en aanbieders van bewaarportefeuilles, voegt het AMLR-voorstel verder exploitanten van crypto-naar-cryptohandelsplatformen, entiteiten die crypto-assetorders van derden uitvoeren, aanbieders van overdrachtsdiensten voor crypto-assets, entiteiten die crypto-assets plaatsen, entiteiten die orders ontvangen en doorgeven, en entiteiten die advies of portefeuillebeheer met betrekking tot crypto-assets verlenen toe. Evenzo bevat de AMLR, terwijl de AMLD5 in het geheel niet verwijst naar crowdfundingplatforms, een “catch all”-bepaling voor niet-zakelijke crowdfundingplatforms.  Deze wijzigingen zijn bedoeld om rekening te houden met de bijdragen van internationale coördinatie- en samenwerkingsorganen, namelijk de Financial Action Task Force (FATF), en met de voortdurende ontwikkeling van de technologie.

Andere belangrijke AMLR-bepalingen zijn de bovengrens van cryptobetalingen zonder identificatie van € 1.000,-, de specificaties inzake de procedures voor de identificatie en verificatie van cliënten, de voorwaarden voor de verwerking van gevoelige persoonsgegevens door instellingen en het verbod op de verstrekking en bewaring van anonieme crypto-assetportefeuilles. Onder de vijfde anti-witwasrichtlijn krijgen de lidstaten ruime aanwijzingen over wat zorgvuldigheidseisen inhouden, waarbij “betrouwbare en onafhankelijke bronnen” en “redelijke maatregelen” worden vereist. Daarentegen wordt in het AMLR-voorstel de minimale hoeveelheid gegevens (bv. naam, geboortedatum, nationaliteit en vaste woonplaats) vastgesteld die “instellingen” moeten verzamelen om hun cliënten voldoende te kunnen identificeren en de uiteindelijke begunstigde van crypto-assets te kunnen beoordelen. Soortgelijke verduidelijkingen zijn aangebracht met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Zo zullen instellingen hun cliënten moeten informeren over de verwerking van hun persoonsgegevens, betrouwbare en actuele bestanden moeten gebruiken en nooit voor commerciële doeleinden mogen verwerken. Ten slotte verbiedt de AMLR aanbieders van crypto-assetdiensten om anonieme crypto-assetportefeuilles aan te houden, en vereist zij dat bestaande portefeuilles met niet-geïdentificeerde houders een cliëntenonderzoek ondergaan voordat zij opnieuw kunnen worden gebruikt.

Op 28 maart 2023 heeft het Europees Parlement wijzigingen op het voorstel voor AMLR voorgesteld. De door het Europees Parlement voorgestelde wijzigingen omvatten een uitbreiding van de lijst van instellingen die onder de AMLR vallen, waaronder aanbieders van crowdfundingdiensten die onder het toepassingsgebied van Verordening 2020/1503 vallen, een verlaging van de minimumbedragen voor de toepassing van de AMLR van € 10.000,- tot € 5.000,-, extra bepalingen voor CASP’s die crypto-assetdiensten verlenen aan CASP’s uit derde landen, een verbod op zakelijke relaties met niet-conforme CASP’s en een verlaging van de drempel voor de uiteindelijke belanghebbende tot 5%.

3. Wijzigingen in de zesde anti-witwasrichtlijn:

Het voorstel voor de zesde anti-witwasrichtlijn (AMLD6) bevat uitsluitend verplichtingen voor de lidstaten en zal als zodanig geen rechtstreekse gevolgen hebben voor de instellingen. Niettemin is het belangrijk de bepalingen ervan te begrijpen, aangezien daarin de bevoegdheden worden omschreven waarover de nationale toezichthoudende autoriteiten en de FIE’s moeten beschikken en de procedures die zij moeten volgen bij de uitvoering van de AML/CFT-regels.

Hoewel met het komende AML-pakket wordt beoogd een uniform Europees regelgevend kader vast te stellen, wordt ook erkend dat de risico’s en kwetsbaarheden op het gebied van AML en CFT tussen lidstaten en economische sectoren kunnen verschillen. Daarom zal de nieuwe AMLD de nationale autoriteiten de flexibiliteit bieden om de toepassing van de AML- en CFT-vereisten uit te breiden tot entiteiten die aanvankelijk niet onder de AMLR vallen. Aangezien aanbieders van crypto-assets en betalingsdiensten zijn aangemerkt als specifieke AML-kwetsbaarheden, biedt het nieuwe richtlijnvoorstel de lidstaten van ontvangst bovendien de mogelijkheid te eisen dat dergelijke entiteiten een centraal contactpunt instellen dat verantwoordelijk is voor de AML/CFT-naleving. De Commissie en de toekomstige anti-witwasautoriteit zullen op basis van regelmatige beoordelingen van de specifieke nationale risico’s op het gebied van AML en CFT door de lidstaten nagaan of de nationale maatregelen passend zijn en of in elk afzonderlijk geval een wetgevingsmaatregel op Europees niveau passender is.

Ten slotte voorziet het voorstel voor AMLD6 in een aantal samenwerkingsverplichtingen voor nationale toezichthoudende autoriteiten en FIE’s. Met betrekking tot informatie over uiteindelijke belanghebbenden, die de lidstaten momenteel in gecentraliseerde registers moeten verzamelen, machtigt de AMLD6 de Commissie bijvoorbeeld om een gemeenschappelijk format voor de indiening van dergelijke gegevens vast te stellen en een grensoverschrijdend verbindingssysteem met één toegangspunt voor gecentraliseerde databanken te ontwikkelen. Daarnaast wordt in het nieuwe voorstel gespecificeerd tot welke minimumsoorten “financiële”, “administratieve” en “rechtshandhavingsinformatie” de FIE’s toegang moeten hebben en worden afspraken vastgelegd om deel te nemen aan gezamenlijke analyses van verdachte transacties op initiatief van de anti-witwasautoriteit (AMLA). In het algemeen zijn deze ontwikkelingen bedoeld om de FIE’s beter in staat te stellen preventief onderzoek te verrichten en hun actieve samenwerking met collega’s uit andere lidstaten te waarborgen.

4. Slotopmerkingen:

De AMLR en de AMLD6 bevatten samen twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de AMLD5. Zij bevorderen een grotere mate van convergentie van het AML en de CFT in de Europese lidstaten en stellen nieuwe regels en definities vast die in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van internationale normeringsinstanties. Aangezien bij het AML en TF vaak internationale geldovermakingen plaatsvinden, is de EU vastbesloten wetgeving in te voeren die verenigbaar is met mondiale normeringsorganisaties, zoals de FATF, teneinde de doeltreffendheid van de regelgeving te maximaliseren. Evenzo probeert de Unie geleidelijk de nieuwe, uit technologische ontwikkelingen voortvloeiende kwetsbaarheden van het financiële stelsel aan te pakken. Meer details over de vraag welke instellingen onder de AML-regeling vallen, wat voldoende klantenonderzoek is en tot welke minimuminformatie toezichthoudende autoriteiten en FIE’s toegang moeten hebben, zijn bedoeld om de verschillende interpretaties van de huidige regeling door de lidstaten op elkaar af te stemmen. De overkoepelende verwachting is dat een betere harmonisatie van de werkwijzen en een vergemakkelijking van de grensoverschrijdende stroom van AML-gerelateerde informatie de financiële analyses van verdachte transacties zullen versnellen en de onderzoeken van de FIE’s zullen vereenvoudigen.

Blogreeks ‘AML/CFT’

In juli 2021 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om de maatregelen tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in de hele Europese Unie aan te scherpen. De nieuwe EU-regels voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AML/CFT) zullen worden uitgebreid tot de hele cryptosector.In deze blogreeks gaan wij daarom uitgebreid in op diverse onderwerpen die van belang kunnen zijn.

De volgende onderwerpen komen o.a aan bod:

 

Vragen

Heeft u vragen over het AML/CFT pakket? Neem dan gerust contact op met Rens Kattenbelt of Willem-Jan Smits. Ze staan klaar om u verder te helpen.