AML/CFT – Overzicht van het nieuwe AML/CFT-pakket

AML/CFT – Overzicht van het nieuwe AML/CFT-pakket

1. Inleiding:

In juli 2021 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om de maatregelen tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in de hele Europese Unie aan te scherpen. Dit pakket bestaat uit een verordening tot oprichting van de nieuwe EU anti-witwas autoriteit (AMLA), een zesde anti-witwasrichtlijn (AMLD6), een nieuwe verordening met rechtstreeks toepasselijke regels inzake de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AMLR) en een herziening van de verordening uit 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (TFR).

2. Doelstellingen:

Met het pakket wordt beoogd de middelen voor de opsporing van verdachte transacties te verbeteren en mazen in het financiële stelsel te dichten die door criminelen kunnen worden benut om de opbrengsten van illegale activiteiten wit te wassen of terrorisme te financieren. De belangrijkste doelstellingen van de voorgestelde instrumenten zijn:

  • De nationale regelingen vervangen door een rechtstreeks toepasselijk Europees regelgevend kader dat de naleving van de voorschriften tegen het witwassen van geld (AML) en de bestrijding van de financieren van terrorisme (CFT) zal vergemakkelijken, met name voor grensoverschrijdende “instellingen” in de financiële sector.
  • Een meer rigide en geïntegreerde aanpak van het toezicht tot stand brengen door duidelijke regels vast te stellen voor samenwerking en coördinatie tussen de financiële inlichtingeneenheden (FIE’s) en een nieuwe toezichthoudende anti-witwas autoriteit op EU-niveau.
  • Rekening houden met nieuwe uitdagingen voor het financiële stelsel die voortvloeien uit de technologische innovatie in de sector en met name de opmars van cryptoassets.
  • Een hoger niveau van mondiale convergentie bereiken door de internationale normen op het gebied van AML/CFT van de Financial Action Task Force (FATF) over te nemen.

 

3. Samenvatting van de nieuwe regels:

Het voorstel voor een Verordening tot oprichting van de Autoriteit voor de bestrijding van het witwassen terrorismefinanciering (AMLA) is bedoeld om de huidige tekortkomingen van het AML- en CFT-toezicht in de Unie aan te pakken, die voortvloeien uit de uiteenlopende

risicobeoordelingsmethoden en de beschikbaarheid van middelen in de lidstaten. Daartoe zal de AMLA de inspanningen van financiële toezichthouders en FIE’s helpen coördineren, de onderlinge informatie-uitwisseling verbeteren en het rechtstreekse toezicht op sommige van de meest risicovolle grensoverschrijdende “instellingen” in de financiële sector overnemen. In de conceptverordening wordt gespecificeerd hoe de nieuwe AMLA zal worden gefinancierd en wat de bestuursstructuur, de taken en de bevoegdheden ervan zullen zijn. Volgens de conceptverordening zou de AMLA begin 2023 worden opgericht en begin 2026 volledig operationeel zijn. De oprichting van de AMLA zal nu naar verwachting plaatsvinden in 2024, terwijl de AMLA naar verwachting nog steeds volledig functioneel zal zijn in 2026.

Met het voorstel voor een nieuwe Verordening tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering (AMLR) wordt getracht de doelstelling van een ‘single rulebook’ in de EU inzake AML en CFT te verwezenlijken. Om fragmentatie en uiteenlopende interpretaties van de anti-witwasrichtlijn, die grensoverschrijdende dienstverleners zouden kunnen belasten, te voorkomen, maakt de conceptverordening alle regels die van toepassing zijn op de particuliere sector rechtstreeks toepasselijk in het rechtsgebied van de lidstaten. De verordening gaat echter verder dan het louter overnemen van regels uit de bestaande vijfde anti-witwasrichtlijn en voert een aantal wijzigingen door. Zo wordt de lijst van “instellingen” uitgebreid met aanbieders van cryptoactivadiensten en crowdfundingplatformen, worden de vereisten inzake intern beleid, controles en klantenonderzoek verduidelijkt, worden de vereisten inzake uiteindelijke belanghebbenden aangescherpt om het risico te beperken dat criminelen zich achter tussenpersonen verschuilen, wordt het aanbieden anonieme cryptoasset bewaarportemonnees verboden, worden vereisten ingevoerd voor de verwerking van bepaalde categorieën persoonsgegevens in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en worden maatregelen genomen om het gebruik van grote contante transacties en het misbruik van instrumenten aan toonder te beperken.

Het voorstel voor de zesde anti-witwasrichtlijn (AMLD6) bouwt voort op de huidige AMLD5, voornamelijk op het gebied van institutionele samenwerking binnen de EU. Het voorziet in een nieuw model voor de indiening van informatie over uiteindelijke belanghebbenden, creëert één toegangspunt voor reeds bestaande registers voor de identificatie van bankrekeninghouders, voert bepalingen in over de uitwisseling van informatie tussen FIE’s en andere bevoegde autoriteiten en verduidelijkt de bevoegdheden van FIE’s om verdachte transacties en bankrekeningen op te schorten. Tot slot bevat AMLD6 samenwerkingsverplichtingen voor de autoriteiten van de verschillende lidstaten om met de nieuwe AMLA te werken en jaarlijks verslag uit te brengen over hun onderlinge samenwerking. Anders dan AMLD5 bevat AMLD6 geen bepalingen betreffende particuliere entiteiten. Deze zijn overgebracht naar de aanvullende AMLR in een poging om tot volledige harmonisatie van de wetgeving op dit gebied te komen. Als de nieuwe regeling is aangenomen, zal de nieuwe anti-witwasrichtlijn alleen de lidstaten aanspreken op de resultaten die zij moeten bereiken met betrekking tot de bevoegdheden en verplichtingen van toezichthoudende organen. Deze aanpak is erop gericht de lidstaten meer flexibiliteit te laten behouden bij het opzetten van de organisatorische aspecten van hun openbare bestuursorganen.

Ten slotte zal de herziening van de Verordening uit 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (TFR) haar voorganger aanvullen om de traceerbaarheid van geldovermakingen binnen de EU te verbeteren door de overmakingen van cryptoassets in het toepassingsgebied ervan op te nemen. De wijzigingen zijn in overeenstemming met de laatste aanbevelingen van de FATF, met name wat betreft de uitbreiding van de vereisten inzake bij geldovermakingen te voegen informatie (ook bekend als de “travel rule”) tot aanbieders van cryptoactivadiensten (CASP’s) binnen de werkingssfeer van AML/CFT maatregelen. CASP’s zullen ervoor moeten zorgen dat hun geldovermakingen, zowel in fiat valuta’s als in cryptoassets, vergezeld gaan van informatie ter identificatie van de opdrachtgever en de begunstigde, wanneer een traditionele overmaking van

cryptoassets tussen een CASP en een andere instelling plaatsvindt. Voorts zullen CASP’s procedures moeten toepassen om na te gaan of de door hun corresponderende intermediair verstrekte informatie correct is. De TFR-wijzigingen worden door de crypto-industrie beschouwd als een van de meer controversiële onderdelen van het nieuwe AML-pakket, aangezien zij de nalevingskosten ongetwijfeld zullen verhogen en mogelijk een impact kunnen hebben op het vermogen van CASP’s om te communiceren met non-custodial portemonnees. Een opmerkelijke toevoeging in de definitieve versie van de TFR is een wijziging van de thans geldende AMLD, in die zin dat de registratieplicht voor aanbieders van wisseldiensten tussen virtuele valuta en fiat valuta en aanbieder van bewaarportemonnees niet langer van toepassing is.

4. Gegevensbescherming

Gegevensbescherming is aangemerkt als een zwakke plek in het voorstel voor het AML-pakket. In dat verband heeft het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB), een onafhankelijk Europees orgaan dat moet toezien op de consequente toepassing van de AVG, twee brieven gestuurd aan de Europese Commissie, de Raad en het Parlement op 20 mei 2022 en 28 maart 2023.

De brief van 20 mei 2022 bevat voorstellen voor wijzigingen van de AML-voorstellen om deze in overeenstemming te brengen met de beginselen van juistheid en minimale gegevensverwerking. De EDPB ging met name in op de beperkingen en voorwaarden voor de verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens en gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen van personen.

Volgens de EDPB bevat de huidige versie van het AMLR-voorstel bepaalde omissies die de privacyrechten van personen in gevaar brengen. Zo vermeldt het AMLR-voorstel niet welke soorten bijzondere categorieën persoonsgegevens door instellingen mogen worden verwerkt ter voorkoming van het witwassen van geld. Dit strookt niet met het beginsel van minimale gegevensverwerking van de AVG, aangezien het de instellingen zou toestaan alle bijzondere categorieën persoonsgegevens te verwerken, zelfs die welke niet noodzakelijk zijn voor de beoogde doeleinden, zoals informatie over vakbondslidmaatschap, persoonlijke gezondheid of zelfs seksuele geaardheid.

Evenzo heeft de EDPB met betrekking tot de verwerking van informatie over het strafblad van personen zijn ernstige zorgen geuit over het feit dat de AMLR de instellingen toestaat niet alleen veroordelingen maar ook beschuldigingen te verwerken. De EDPB was van mening dat deze aanpak aanzienlijke risico’s voor personen inhoudt, aangezien banken en andere essentiële financiële instellingen hierdoor mogelijk hun zaken met personen zouden kunnen stopzetten op basis van beweringen die al dan niet naar behoren kunnen worden gestaafd. Bovendien vestigde de EDPB de aandacht op het feit dat de AMLR niet specificeert uit welke bronnen informatie over beweringen moet worden verzameld. Daarom adviseerde de EDPB het voorstel zodanig te wijzigen dat de instellingen een onderscheid moeten maken tussen beschuldigingen en gerechtelijke procedures, met inachtneming van het recht op een eerlijk proces en het vermoeden van onschuld. Voorts was de EDPB van mening dat van instellingen moet worden verlangd dat zij strikte interne maatregelen nemen ter bescherming van de privacy van hun cliënten, met inbegrip van toegangsbeperkingen, versleuteling en loskoppeling, waardoor het ongeoorloofd lekken van persoonsgegevens zou worden voorkomen.

In de brief van de EDPB van 28 maart 2023 worden zorgen geuit over de evenredigheid, de noodzaak en de kwaliteit van sommige bepalingen in de AML-voorstellen. De EDPB stelt in zijn brief dat wetgevingsmaatregelen die de grondrechten op privacy en op bescherming van persoonsgegevens beperken, geen onevenredige inbreuk op de uitoefening van deze rechten mogen vormen. Bovendien moeten wetgevingsmaatregelen die deze grondrechten beperken, noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de doeltreffendheid van de voorgestelde maatregelen in vergelijking met minder ingrijpende maatregelen moet worden getoetst. De EDPB merkt echter op dat er geen effectbeoordeling is gemaakt. Tot slot maakt de EDPB zich zorgen over de kwaliteit van de bepalingen die deze

grondrechten beperken. De EDPB is in dat verband van mening dat de bepalingen inzake het delen van gegevens in de AML-voorstellen de betrokkenen onvoldoende waarborgen bieden. Gelet op deze bezwaren dringt de EDPB er bij de wetgevers op aan artikel 54(3a), artikel 55(5) en artikel 55(7) niet op te nemen in de definitieve tekst van het AMLR.

5. Wetgevingsprocedure:

De herziene versie van de TFR wordt los van de AMLA-verordening, de AMLR en de AMLD6 besproken. Volgens de rapporteurs van het voorstel is de procedure losgekoppeld van de rest om ervoor te zorgen dat de CASP’s zich sneller aan de “travel rule” moeten houden. Dit feit weerspiegelt de door de wetgevers vastgestelde ernst van de bedreiging en hun sterke wens om snel aan de internationale FATF-aanbevelingen te voldoen. Op 29 juni 2022 bereikten de onderhandelaars van het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over het voorstel. Op 5 oktober 2022 werd het voorlopig akkoord bekrachtigd door de Raad van de EU en op 10 oktober 2022 stemden de commissies van het Europees Parlement met een overweldigende meerderheid voor de overeengekomen tekst. Op 20 april 2023 is de officiële tekst van de herziene versie van de TFR aangenomen.

Op 28 maart 2023 heeft het EU-Parlement amendementen op de voorstellen voor de AMLA-verordening, de AMLR en de AMLD6 voorgesteld. Vervolgens zullen het Europees Parlement en de Commissie de Raad om goedkeuring verzoeken, mogelijk door eerst een triloog* te houden. Als de Raad het standpunt van het Europees Parlement ongewijzigd overneemt, worden de wetgevingsbesluiten aangenomen; als de Raad daarentegen amendementen op een voorstel indient, gaat het voorstel terug naar het Europees Parlement voor een tweede lezing en een nieuwe stemronde.

Blogreeks ‘AML/CFT’

In juli 2021 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om de maatregelen tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in de hele Europese Unie aan te scherpen. De nieuwe EU-regels voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AML/CFT) zullen worden uitgebreid tot de hele cryptosector. In deze blogreeks gaan wij daarom uitgebreid in op diverse onderwerpen die van belang kunnen zijn.

De volgende onderwerpen komen o.a aan bod:

 

Vragen

Heeft u vragen over het AML/CFT pakket? Neem dan gerust contact op met Rens Kattenbelt of Willem-Jan Smits. Ze staan klaar om u verder te helpen.

* Een triloog is een informele onderhandeling waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigeers van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie, met als doel een voorlopig akkoord te bereiken over een wetgevingsvoorstel dat aanvaardbaar is voor zowel het Parlement als de Raad, de co-wetgevers.