14 aug Rechtbanken deden in twee jaar tijd ruim 300 Whoa-uitspraken
In de eerste twee jaren dat de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa) van kracht is, deden rechtbanken ruim driehonderd uitspraken. Bij veel bedrijven in financiële problemen kon zo een faillissement worden voorkomen. Dat blijkt uit het eerste Whoa-jaarverslag over de jaren 2021 en 2022.
De Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa) is op 1 januari 2021 ingevoerd met als doel: meer kwetsbare ondernemingen dan nu redden van een faillissement. Een bedrijf in moeilijkheden kan een akkoord met schuldeisers en aandeelhouders opstellen. Het laat dan weten welk deel van hun vorderingen zij nog betaald kunnen krijgen en welk deel dus niet meer. Als zij akkoord gaan, wordt de rest van de vordering kwijtgescholden.
Homologeren
Het is denkbaar dat sommige schuldeisers hiermee akkoord gaan maar andere niet. Dan kan de rechtbank worden gevraagd het akkoord goed te keuren (‘homologeren’). In dat geval wordt het akkoord verbindend voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Er is dan sprake van een ‘dwangakkoord’, waarmee een faillissement kan worden voorkomen. In het onlangs verschenen jaarverslag staat hoe vaak deze procedure tot nu toe is toegepast.
Ruim driehonderd uitspraken
In het eerste Whoa-jaar (2021) deden rechtbanken 180 uitspraken, vorig jaar (in 2022) waren dat er 134, in totaal dus 314. Ook het aantal ingekomen zaken was in 2022 iets lager dan in 2021. In 2021 deed de rechtbank Amsterdam de meeste uitspraken (49 van de 180) in 2022 was dat Rotterdam (31 van de 134). In beide jaren gingen de meeste verzoeken over de afkoelingsperiode, gevolgd door het vaststellen of verhogen van het onderzoeksbudget en de homologatie. In alle gevallen kwam dat in 2021 vaker voor dan in 2022.
Rechterspool
Voor de behandeling van dergelijke verzoeken heeft de rechtspraak een landelijke rechterspool opgericht. Deze bestaat uit rechters en griffiers van alle rechtbanken. Aanvankelijk bestond de Whoa-pool uit elf rechters en evenzoveel griffiers (uit elk arrondissement één). In de loop van 2021 is dit aantal verdubbeld.
Besloten procedures
De meeste akkoordprocedures vinden achter gesloten deuren plaats. In die twee jaar was bijna negen procent van de procedures openbaar, de overgrote meerderheid was dus besloten. Bij een besloten akkoordprocedure worden verzoeken in de raadkamer behandeld en wordt in gepubliceerde uitspraken de naam van de schuldenaar geanonimiseerd.
Lange duur
Van de 108 zaken die in die twee jaar binnenkwamen (één zaak kan dus meerdere uitspraken opleveren), is van 98 zaken bekend hoe ze zijn geëindigd – tien zaken lopen nog. Van deze 98 zaken eindigden er 27 in een homologatie; 22 keer betrof het een reorganisatieakkoord en vijf keer een liquidatieakkoord. In tien zaken werd de homologatie afgewezen. Er werden 22 zaken ingetrokken. Procedures duurden soms lang: in één zaak moest de rechtbank vijftien uitspraken doen. In een andere zaak deed de rechtbank twaalf uitspraken – en eindigde de zaak met een intrekking.
Observatoren en herstructureringsdeskundigen
Tot nu toe zijn er 23 observatoren door de rechtbanken aangesteld, en achttien herstructureringsdeskundigen. Een observator houdt toezicht op de totstandkoming van het akkoord en let daarbij op de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Een herstructureringsdeskundige bereidt het akkoord voor, biedt dit aan de crediteuren en aandeelhouders aan, en legt het voor aan de rechter. Na aanwijzing van een herstructureringsdeskundige eindigden vijf zaken in een homologatie en werden er tien zaken ingetrokken. Met een observator erbij eindigden zes zaken in een homologatie en elf zaken in een intrekking.
Faillissement
Een Whoa-procedure kan toch nog eindigen in een faillissement. In twee gevallen werd na een toewijzing van de homologatie alsnog het faillissement uitgesproken en in vier gevallen na een afwijzing van de homologatie. In totaal werden er zo 38 faillissementen geregistreerd, zo blijkt uit het jaarverslag.