30 mei Verordening tot oprichting van de Anti-witwas autoriteit
1. Inleiding:
De oprichting van de anti-witwasautoriteit (AMLA) wordt door de Europese Commissie het kernstuk van het nieuwe anti-witwaspakket genoemd. In het algemeen zal deze autoriteit de samenwerking en de convergentie van de praktijken inzake AML en CFT in de hele EU bevorderen door toezicht te houden op het werk van de financiële toezichthouders op nationaal niveau en de financiële inlichtingeneenheden (FIE’s) en hun gezamenlijke inspanningen te coördineren. Volgens de Europese instellingen die het voorstel indienen, vertoont het huidige AML-kader bepaalde tekortkomingen, vooral wat betreft de operationele efficiëntie en het vermogen om internationale aanbevelingen te integreren. Witwassen van geld (ML) en financiering van terrorisme (TF) zijn inherent grensoverschrijdende misdrijven en bij gebrek aan een overkoepelende autoriteit die verantwoordelijk is voor de geharmoniseerde uitvoering van de AML/CFT-regels en de versterking van de samenwerking tussen de FIE’s, blijft het financiële stelsel van de EU kwetsbaar. Dat is de reden waarom de EU streeft naar de oprichting van de AMLA tegen 2024. De AMLA zal dan beginnen met de uitoefening van zijn taken en heeft tot 2026 de tijd om een eerste reeks instellingen met een hoog risico te selecteren, die onder zijn rechtstreeks toezicht zullen staan.
2. Taken:
Zoals reeds vermeld, zullen de taken van de AMLA voornamelijk betrekking hebben op het coördineren en bijstaan van nationale autoriteiten en FIE’s teneinde de uniforme handhaving van de AML-regels te waarborgen. Dit houdt in de eerste plaats in dat gezamenlijke analyses van verdachte transacties en meldingen van verdachte activiteiten met een grensoverschrijdende dimensie moeten worden opgesteld en beheerd. Om dergelijke gevallen te identificeren, zal de AMLA zich baseren op door de FIE’s verzamelde gekoppelde meldingen. Na verloop van tijd zal de AMLA deze analyses evalueren om de doeltreffendheid ervan in de toekomst te verbeteren. Om de samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken, zal de AMLA bovendien worden belast met de ontwikkeling van gemeenschappelijke normen en rapportageformats voor de FIE’s. Na verloop van tijd zal de AMLA ook het beheer van de AML/CFT-databank en het interinstitutionele netwerk voor informatie-uitwisseling (FIU.net) overnemen van de Europese Bankautoriteit (EBA). In dat verband zal de AMLA moeten garanderen dat alle gemachtigde entiteiten tijdig toegang hebben tot de gegevens op het netwerk en dat het FIU.net-netwerk veilig wordt gehost, hetgeen zal worden bereikt door toepassing van de meest geavanceerde technologieën.
Naast het coördineren van de AML/CFT-inspanningen en het onderhouden van relevante structuren voor informatie-uitwisseling, zal de AMLA ook worden belast met het uitvoeren van periodieke toetsingen om ervoor te zorgen dat de nationale toezichthoudende autoriteiten over voldoende middelen en bevoegdheden beschikken om hun taken uit te voeren. Mocht blijken dat een nationale autoriteit voor bijzondere uitdagingen staat door een gebrek aan middelen of ongewoon verhoogde risico’s op het gebied van witwassen en financiering van terrorisme, dan zal de AMLA bevoegd zijn om programma’s voor wederzijdse bijstand te organiseren, waaronder de uitwisseling van personeel, ‘best practices’ en personeelsopleidingen. Bovendien zal zij voortdurend informatie over risico’s van ML en TF op de interne markt moeten controleren, analyseren en uitwisselen. Daartoe zal de AMLA een centrale databank opzetten met informatie van alle toezichthoudende autoriteiten op nationaal niveau over de intrekking van vergunningen van instellingen en over geloofwaardigheidsbeoordelingen van individuele aandeelhouders en bestuursleden. De databank zal ter beschikking worden gesteld van alle toezichthoudende autoriteiten binnen het systeem, zodat zij eventuele tekortkomingen van specifieke entiteiten en personen die zich in andere lidstaten hebben voorgedaan, naar behoren kunnen onderzoeken.
3. Bevoegdheden:
De bevoegdheden van de AMLA kunnen grofweg worden onderverdeeld in bevoegdheden die betrekking hebben op nationale toezichthoudende autoriteiten en FIE’s en bevoegdheden ten aanzien van rechtstreeks onder toezicht staande verplichte entiteiten. Aangezien het faciliteren van samenwerking tussen financiële toezichthoudende autoriteiten en FIE’s binnen de EU de belangrijkste functie van de AMLA is, zal het opstellen van technische regulerings- en uitvoeringsnormen en van richtsnoeren en aanbevelingen inzake AML/CFT de belangrijkste instrumenten zijn om de harmonisatie van toezichtpraktijken in de gehele Unie te verbeteren. Deze documenten kunnen bijvoorbeeld rechtstreeks toepasselijke regelgevingsmaatregelen omvatten waarin gemeenschappelijke kwantitatieve benaderingen voor het meten van het risicoprofiel van instellingen worden vastgesteld, of niet-bindende richtsnoeren voor de interne controles die deze instellingen moeten uitvoeren. Zodra de technische regulerings- en uitvoeringsnormen zijn opgesteld, zullen zij worden voorgelegd aan de Commissie, die verantwoordelijk is voor het uitbrengen ervan als voorstellen ter aanneming aan het Europees Parlement en de Raad.
Naast zijn rol in het wetgevingsproces zal de AMLA ook de bevoegdheid hebben om het rechtstreekse toezicht op bepaalde, tot de financiële sector behorende, verplichte entiteiten over te nemen. In wezen zullen de meest risicovolle grensoverschrijdende kredietinstellingen en financiële instellingen worden geselecteerd om onder het toezicht van de AMLA te vallen. Momenteel voorziet het voorstel erin dat de AMLA tot 1 januari 2025 de tijd heeft om aan de Commissie de precieze ontwerpreguleringsnormen voor te leggen waarin de methodologie en de benchmarks voor het meten van het risiconiveau van financiële ondernemingen worden vastgesteld. Niettemin geeft de ontwerpverordening al enige indicatie over wat de criteria voor risicobeoordeling zullen zijn. In het algemeen zullen grote en complexe financiële groepen die in een aantal lidstaten aanwezig zijn en waarop op het niveau van de Unie efficiënter toezicht zou kunnen worden uitgeoefend, door de AMLA worden overgenomen. Aangezien de omvang van een bepaalde entiteit echter niet de enige indicator is van het risico van ML en TF, zal de AMLA ook rekening houden met andere criteria, zoals het gemiddelde klantenprofiel (bijvoorbeeld een groot aandeel niet-ingezetenen of politiek prominente personen), de handelsvolumes van de beoordeelde instelling en het aantal correspondentbankcliënten en crypto-assetdienstverleners die in derde landen zijn geregistreerd. Ten slotte zal de AMLA het toezicht kunnen overnemen op kredietinstellingen en financiële instellingen waarvan de nationale autoriteiten en FIE’s inbreuken op de AML/CFT-regels niet tijdig en passend aanpakken. De AMLA zal de bevoegdheid hebben om rechtstreeks onder toezicht staande instellingen te verplichten interne maatregelen te nemen, zoals het versterken van interne procedures of het wijzigen van hun bestuursstructuur door het verwijderen van bestuursleden, en geldelijke sancties op te leggen, variërend van € 100.000 tot 1% van de jaaromzet van een onderneming.
Op 28 maart 2023 heeft het Europees Parlement amendementen op het voorstel voor de AMLA-verordening voorgesteld. Het Europees Parlement wil de bevoegdheid van de AMLA uitbreiden tot het opstellen van lijsten van niet-EU-landen met een hoog risico. Daarnaast wil het Europees Parlement de AMLA bevoegdheden geven om te bemiddelen tussen nationale financiële toezichthouders en geschillen te beslechten, toezicht te houden op en onderzoek te doen naar de nationale uitvoering van het gemeenschappelijke AML-regelgevend kader, te zorgen voor een scherper toezicht op de toezichthouders in de niet-financiële sector en klachten van klokkenluiders te ontvangen.
4. Voor- en nadelen van de AMLA
Gezien de huidige uitdagingen waarmee nationale toezichthoudende autoriteiten en FIE’s worden geconfronteerd, zijn de voordelen van de oprichting van een AMLA duidelijk. Ten eerste zal een orgaan op Europees niveau dat zich bezighoudt met het vaststellen en toepassen van gemeenschappelijke normen voor het melden van informatie, geleidelijk leiden tot de oprichting van een databank die sneller en efficiënter onderzoek mogelijk maakt. Ook zal het bevorderen van samenwerking tussen FIE’s, in de vorm van gezamenlijke analyses van verdachte transacties en activiteiten, de opsporing van grensoverschrijdende financiële misdrijven verbeteren, aangezien ontbrekende of tegenstrijdige informatie gemakkelijk te achterhalen zal zijn. Ten slotte moet het voorstel tot invoering van de AMLA worden gezien in de context van het volledige wetgevingspakket waarvan het deel uitmaakt. Zo zal de combinatie van het vermogen van de AMLA om het rechtstreekse toezicht over te nemen op instellingen die de AML/CFT-regels overtreden en die niet voldoende worden aangepakt door de nationale toezichthoudende autoriteiten, en de rechtstreeks toepasselijke AML/CFT-regeling die door de nieuwe anti-witwasverordening (AMLR) zal worden ingesteld, ervoor zorgen dat er in Europa geen veilige havens zijn en dat criminelen niet kunnen profiteren van de versnippering van regelgeving en toezicht.
Hoewel het theoretisch moeilijk is om nadelen te vinden voor de invoering van een AMLA, kunnen zich in de praktijk een aantal moeilijkheden voordoen die ook moeten worden beoordeeld. Een van de grootste zorgen is dat de bevoegdheden van de AMLA om rechtstreeks toezicht op bepaalde instellingen uit te oefenen, kunnen leiden tot overlappingen en dubbel werk met de nationale autoriteiten. Een dergelijk scenario zou niet alleen leiden tot inefficiënt toezicht en een verkeerde besteding van overheidsmiddelen, maar ook de instellingen onnodig belasten door de invoering van een extra laag toezicht- en nalevingskosten die vooral voor nieuwkomers en innoverende bedrijven schadelijk zou zijn. Voorts lijkt het voorstel voor een AMLA-verordening gebaseerd te zijn op de veronderstelling dat de bevoegdheden van de FIE’s in alle lidstaten volledig geharmoniseerd zijn, hetgeen nog niet het geval is. Dit brengt de mogelijkheid met zich mee dat voor rechtstreeks toezicht geselecteerde instellingen aan andere regels moeten voldoen dan hun tegenhangers die op nationaal niveau onder toezicht staan. Nog zorgwekkender is het feit dat, aangezien het voorstel voorziet in periodieke toetsingen en wijzigingen van de lijst van geselecteerde instellingen, er situaties kunnen ontstaan waarin financiële en kredietinstellingen gedwongen worden hun nalevingsprocedures binnen relatief korte tijd meerdere malen te wijzigen. Ten slotte zijn er problemen met de aanpak van de selectie van instellingen die onder rechtstreeks toezicht staan. Hoewel ook met een reeks aanvullende criteria rekening zou moeten worden gehouden, blijft volgens het huidige voorstel de omvang van de onder toezicht staande instellingen de belangrijkste factor in de selectieprocedure, aangezien alleen krediet- en financiële instellingen die in ten minste 7 lidstaten gevestigd zijn, in aanmerking komen. Tegelijkertijd zijn de grootste instellingen echter niet noodzakelijk degenen met het grootste AML/CFT-risico.
Blogreeks ‘AML/CFT’
In juli 2021 heeft de Europese Commissie een nieuw pakket wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om de maatregelen tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in de hele Europese Unie aan te scherpen. De nieuwe EU-regels voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AML/CFT) zullen worden uitgebreid tot de hele cryptosector.In deze blogreeks gaan wij daarom uitgebreid in op diverse onderwerpen die van belang kunnen zijn.
De volgende onderwerpen komen o.a aan bod:
- Overzicht van het nieuwe AML/CFT-pakket
- Wijziging van de Verordening betreffende bij overmakingen van geld en van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie
- Anti-witwas Verordening & de zesde anti-witwasrichtlijn
- Verordening tot oprichting van de Anti-witwas autoriteit
Vragen
Heeft u vragen over het AML/CFT pakket? Neem dan gerust contact op met Rens Kattenbelt of Willem-Jan Smits. Ze staan klaar om u verder te helpen.