13 aug Onbehoorlijke taakvervulling kan leiden tot bestuursverbod
Als het vast staat dat bestuurders van een failliete BV hun taak onbehoorlijk hebben vervuld, dan kan de rechtbank hen een bestuursverbod opleggen. Deze bestuurders mogen vijf jaar lang nergens een bestuursfunctie verrichten.
Wanneer een BV failliet wordt verklaard, oordeelt de rechtbank dat twee bestuurders hun taak onbehoorlijk hebben vervuld. Zij worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het boedeltekort. De curator wil echter ook dat de rechtbank beiden een civiel bestuursverbod oplegt. Daarover kan de rechtbank echter niet direct beslissen. De curator moet de rechtbank eerst informeren of beiden ook bestuurder of commissaris zijn van andere rechtspersonen en welke rechtspersonen dat zijn. Uit het Handelsregister blijkt inderdaad dat zij elders nog bestuursfuncties verrichten. Die rechtspersonen kunnen de rechtbank vervolgens laten weten wat de gevolgen van een eventueel bestuursverbod voor hen betekent.
Bestuursverbod
Een van de bestuurders is actief voor een stichting die is opgericht om het leven van een kind, dat aan een ziekte lijdt, financieel makkelijker te maken. De bestuurder heeft als taak de belangen van de laatst in levende blijvende ouder te behartigen. De bestuurder heeft geen toegang tot de financiën, maar wordt wel betrokken bij belangrijke beslissingen. Over dit alles zegt de rechtbank: de bestuurder kan ook op een andere manier actief zijn in de stichting, daarvoor hoeft hij niet per se in het stichtingsbestuur te zitten. Een andere BV waar deze bestuurder actief is, heeft de rechtbank niet laten weten wat een bestuursverbod zou betekenen. De andere bestuurder van de failliet BV had ook een andere bestuursfunctie. Die BV heeft geen bezwaren bekendgemaakt tegen oplegging van een bestuursverbod.
Vijf jaar
Nu beiden aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort, is aan de wettelijke eis voldaan dat de rechtbank hen een bestuursverbod opleggen. Dat doet de rechtbank dan ook, zeker nu is gebleken dat de andere bedrijven geen zwaarwegende argumenten naar voren hebben gebracht tegen oplegging van een bestuursverbod. Vanwege de aard en de ernst van de onbehoorlijke taakvervulling vindt de rechtbank een bestuursverbod voor vijf jaar passend – wettelijk gezien het maximum. In deze periode mogen de bestuurders niet worden benoemd tot bestuurder of commissaris van een rechtspersoon, en mogen ze niet optreden als feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon.
Handelsregister
De rechtbank draagt de griffier op om dit vonnis, zodra dit onherroepelijk is geworden, ‘met bekwame spoed’ aan de Kamer van Koophandel te sturen. Die kan dan beide bestuurders uitschrijven bij het Handelsregister als bestuurder van de failliete BV, en registeren dat voor hen een bestuursverbod van vijf jaar geldt.