Privacytoezichthouders onderzoeken ‘recht op vergetelheid’

Privacytoezichthouders onderzoeken ‘recht op vergetelheid’

Mensen hebben er recht op dat hun persoonsgegevens die organisaties van hen verwerken, op enig moment worden gewist. Maar houden die organisaties zich wel aan die spelregel? Dit gaat de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) dit jaar onderzoeken.

Bedrijven en overheden moeten het recht dat burgers hebben op het verwijderen van hun persoonsgegevens naleven. Dit recht is bedoeld om mensen meer grip te geven op hun persoonsgegevens. Zodra er geen goede reden meer is om iemands persoonsgegevens nog langer te verwerken of bewaren, moet een organisatie deze gegevens verwijderen. Dat moet ook als een persoon in kwestie eerder aan de organisatie toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de gegevens, maar die toestemming nu intrekt. Ook kan het voorkomen dat iemand terecht bezwaar maakt tegen het gebruik van de gegevens, of als een organisatie persoonsgegevens verwerkt zonder dat daarvoor een wettelijke grondslag is. Verder gelden er soms wettelijke verplichtingen om de gegevens na een bepaalde tijd te verwijderen. De AP gaat onderzoeken of dit netjes gebeurt.

Andere privacyrechten

Burgers hebben niet alleen het recht op gegevenswissing (ook wel het ‘recht op vergetelheid’ genoemd), ze hebben ook andere privacyrechten. Denk daarbij aan het recht op inzage in hun persoonsgegevens, waar de European Data Protection Board (EDPB) in 2024 onderzoek naar deed. Toen concludeerde de EDPB dat veel organisaties niet goed omgaan met inzageverzoeken. Een ander belangrijk privacyrecht is het recht op rectificatie. Hiermee kunnen mensen organisaties vragen hun persoonsgegevens aan te passen als die niet kloppen.

Klachten

Het blijkt dat het geregeld misgaat wanneer mensen hun gegevens willen laten wissen. Het komt voor dat organisaties niet of te laat reageren op een verzoek om wissing van gegevens. De AP ontvangt hierover vaak klachten.

Handhaven

De komende tijd gaat de AP diverse organisaties benaderen met een vragenlijst. Hiermee wil de AP onderzoeken hoe zij het recht op gegevensverwijdering in de praktijk vormgeven. Als uit de antwoorden mogelijke overtredingen blijken, kan de AP die verder onderzoeken en waar nodig handhaven. De Autoriteit Persoonsgegevens onderzoekt dit samen met andere Europese privacytoezichthouders, verenigd in de European Data Protection Board. De EDPB zal de resultaten van alle deelnemende landen bundelen en daarover rapporteren.