
21 mei Ook minderheidsaandeelhouder kan aandeelhoudersvergadering bijeenroepen
Een minderheidsaandeelhouder vindt dat de bestuurder van een BV niet goed functioneert. Hij wil op de algemene vergadering van aandeelhouders het ontslag agenderen. Maar het bestuur werkt niet mee om zo’n vergadering te houden. Dan kan de rechter uitkomst bieden.
Een bedrijf in daktechniek heeft drie aandeelhouders. Twee bestuurders samen houden 60 procent van de aandelen en een beheermaatschappij de andere 40 procent. Deze laatste partij vindt dat een van de bestuurders haar taak niet goed uitvoert, en wil een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bijeenroepen. Daar zou het ontslag van deze bestuurder moeten worden geagendeerd. Deze minderheidsaandeelhouder heeft het bestuur van het daktechnisch bedrijf verzocht om deze algemene vergadering te houden, maar het bestuur heeft dit niet gedaan. De beheersmaatschappij verzoekt vervolgens de voorzieningenrechter (rechtbank Rotterdam) haar te machtigen om een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen. De bestuurder die niet zou functioneren verzoekt de rechter om te bepalen dat de algemene vergadering pas kan plaatsvinden vier weken nadat de aandeelhouders hebben besloten hoe zij in die vergadering gaan stemmen, of nadat een deskundige daarover een bindend advies heeft uitgebracht.
Machtiging
De voorzieningenrechter stelt vast dat de beheermaatschappij als aandeelhouder schriftelijk heeft verzocht om een algemene vergadering bijeen te roepen, dat het nauwkeurig heeft omschreven welk onderwerp op die vergadering moet worden behandeld en dat het minstens één procent van de aandelen houdt. In het Burgerlijk Wetboek staat dat het bestuur in zo’n geval de nodige maatregelen moet treffen om de algemene vergadering binnen vier weken na het verzoek te kunnen houden. Nu het bestuur niet is ingegaan op dit verzoek, kan de voorzieningenrechter worden verzocht om een machtiging tot de bijeenroeping van de algemene vergadering. Op grond van de wet kan de voorzieningenrechter zo’n verzoek alleen afwijzen als deze minderheidsaandeelhouder geen redelijk belang heeft bij het houden van de vergadering of als een zwaarwichtig belang van het bedrijf zich tegen het houden van de algemene vergadering verzet.
Impasse
De minderheidsaandeelhouder heeft er groot belang bij dat het bedrijf goed wordt bestuurd. Dan kan het winstgevend zijn en dividend uitkeren. Om die reden heeft deze een redelijk belang bij het houden van een algemene vergadering om daarin het functioneren van (en het ontslag van de bestuurder) aan de orde stellen. De voorzieningenrechter ziet ook geen zwaarwichtig belang van het bestuur om de algemene vergadering niet te houden. De bestuurder om wie het gaat wil dit alleen tegenhouden om zelf maar in het bestuur te kunnen blijven. Dit eigen belang kan geen rol spelen. Het standpunt van deze bestuurder dat een vertrek uit het bestuur niet in het belang van het bedrijf is, wordt niet onderbouwd en bovendien door de minderheidsaandeelhouder betwist. Het bestuur bevindt zich nu in een patstelling en die kan mogelijk worden doorbroken met het ontslag van de bestuurder, en dat is juist in het belang van het bedrijf. Dit moet ook snel gebeuren, vindt de voorzieningenrechter, nog langer uitstel van een algemene vergadering draagt niet bij aan de impasse.
Ontslag van bestuurder
De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de minderheidsaandeelhouder toe. Deze wordt gemachtigd om een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van het daktechnisch bedrijf bijeen te roepen. Daar kan het ontslag van de bestuurder worden behandeld. Het tegenverzoek van de bestuurder wijst de voorzieningenrechter af.