Griffier moet te veel geïnde griffierechten in faillissementsprocedure terugbetalen

Griffier moet te veel geïnde griffierechten in faillissementsprocedure terugbetalen

Twaalf concernvennootschappen verzochten in één verzoekschrift om de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Moet dan ook twaalf keer griffierecht worden betaald? Volgens de griffier wel maar de vennootschap vocht dit standpunt met succes aan.

Een BV in financiële moeilijkheden wil via de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa) een voorstel voorbereiden over de betaling van haar schulden, en dat aanbieden aan de schuldeisers. Het dient een verzoekschrift in bij de rechtbank zodat die een herstructureringsdeskundige kan aanwijzen, die het werk rondom het schuldeisersakkoord zal uitvoeren. Aan het indienen van een verzoekschrift zijn kosten (griffierechten) verbonden. Deze BV moet € 8.004 aan de rechtbank betalen, anders wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Dat vindt de BV niet redelijk en vecht dit bedrag aan bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waar het verzoek is ingediend.

Eén schuld

Het gaat in deze zaak om twaalf schuldenaren. Maar het betreft wel één schuld uit een geldleningsovereenkomst, waarvoor de twaalf vennootschappen uit hetzelfde concern hoofdelijk aansprakelijk zijn. Deze vennootschappen hebben ook alle dezelfde (middellijk) bestuurder. Volgens de BV is dan ook maar éénmaal griffierecht verschuldigd. De griffier heeft het verzoekschrift als twaalf verschillende verzoeken aangemerkt en dus twaalfmaal griffierecht berekend. Wie heeft nu gelijk? Moet de BV één keer griffierechten betalen (€ 667) of twaalf keer, in totaal acht mille?

Wet Griffierechten Burgerlijke Zaken

De BV heeft tegen de beslissing van de griffier om twaalfmaal griffierecht te heffen, tijdig verzet ingesteld. Dat moet op grond de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) worden gedaan binnen één maand na betaling van het griffierecht. Dat betekent dat de BV ontvankelijk is in het verzoek. In diezelfde wet staat dat van partijen die bij dezelfde advocaat verschijnen en gelijkluidende conclusies nemen, slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven. Hetzelfde geldt voor verzoekers en belanghebbenden die bij dezelfde advocaat of gemachtigde verschijnen en gelijkluidende verzoekschriften of verweerschriften indienen.

Belanghebbenden

In deze kwestie is de griffier er kennelijk vanuit gegaan dat bij toewijzing van het verzoek alle twaalf belanghebbenden zouden worden geraakt. Maar het aantal belanghebbenden is volgens de BV niet de grondslag voor de heffing van het griffierecht: de BV betaalt immers per verzoekschrift en niet per belanghebbende.

Direct verband

De rechtbank volgt dit betoog – de eigen griffier delft het onderspit. Volgens de rechtbank is sprake van een direct verband tussen de verschillende verzoeken, ondanks dat ten aanzien van alle belanghebbenden een afzonderlijke afweging moet worden gemaakt. Ook is sprake van hetzelfde feitencomplex. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de twaalf verzoeken door de rechtbank gezamenlijk zijn behandeld en dat er in één beschikking op is beslist, met de aanwijzing van een en dezelfde herstructureringsdeskundige voor alle vennootschappen.

Terugbetalen

Dat alles is voor de rechtbank aanleiding om het verzoek gegrond te verklaren. De BV is maar in één zaak griffierecht verschuldigd. De griffier moet in elf zaken in totaal € 7.337 aan de BV terugbetalen. De uitspraak is van januari 2022 maar is pas in augustus 2024 gepubliceerd.