Eerste Kamer neemt Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aan

Watsonlaw_totstandkomingsvoorbehoud

Eerste Kamer neemt Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aan

Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aangenomen. Daarmee is deze wet een feit. Het is nog niet duidelijk wanneer de wet in werking treedt.

Deze wet wijzigt enkele andere wetten, waaronder de Faillissementswet en de Wet op de economische delicten over de turboliquidatie. De wet geldt voor twee jaar maar dit kan worden verlengd. De mogelijk bestaat zelfs dat deze wet permanent wordt.

Turboliquidatie

Een turboliquidatie is de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten. Hiermee kunnen bestuurders alle baten die er binnen de rechtspersoon zijn te gelde te maken en met de opbrengst daarvan de schulden zoveel mogelijk afossen. Zo kunnen zij de rechtspersoon betrekkelijk snel en eenvoudig beëindigen. Van de regeling wordt veel gebruik gemaakt: in 2018 is 89 procent van de opgeheven rechtspersonen beëindigd via turboliquidatie.

Frauderisico

Turboliquidatie is ook mogelijk als de rechtspersoon op het moment van opheffing geen baten, maar wél schulden heeft. Dat brengt risico’s met zich, omdat malafide ondernemingen hun schuldeisers zonder goede reden en zonder inlichtingen onbetaald kunnen achterlaten. Deze schuldeisers kunnen na een turboliquidatie, juridisch noch praktisch, bijna geen contact meer opnemen met de rechtspersoon, simpelweg omdat deze niet meer bestaat. In 2019 wees de minister voor Rechtsbescherming al op deze frauderisico’s. Hij zegde toe een wetsvoorstel voor te bereiden om de transparantie te vergroten en de informatiepositie van schuldeisers te verbeteren. Dit heeft nu geresulteerd in de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie, dat misbruik bij beëindiging van rechtspersonen via turboliquidatie moet voorkomen – met name in die gevallen waarin de rechtspersoon ophoudt te bestaan met achterlating van schulden.

Bestuursverbod

De nieuwe wet komt met drie maatregelen. Het (voormalig) bestuur wordt verplicht om een aantal financiële stukken openbaar te maken (zoals de slotbalans en de staat van baten en lasten) en eventuele schuldeisers hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen. Daarnaast wordt het Openbaar Ministerie in staat gesteld een bestuursverbod op te leggen op het (voormalig) bestuur en de ontbinding zonder baten te laten meetellen in de beoordeling van recidive. Tot slot krijgen schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de ontbonden rechtspersoon als het bestuur de verantwoordingsverplichting niet is nagekomen.