14 nov Crediteurencommissie kan curator bijstaan met specialistisch advies
Elf maanden nadat een bedrijf failliet is verklaard verzoeken vijf schuldeisers de rechtbank Amsterdam over te gaan tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers. Ze noemen daarbij ook al de namen van drie leden en twee eventuele extra leden die in die commissie zouden moeten plaatsnemen.
De voorlopige commissie van schuldeisers (ook wel ‘crediteurencommissie’) is geregeld in de Faillissementswet (artikel 74). Toch wordt deze in de praktijk weinig toegepast. Uit onderzoek blijkt dat met name curatoren niet voldoende voordelen inzien in de benoeming van een dergelijke commissie, hoewel in andere landen daarmee goede ervaringen zijn opgedaan.
Specialistische kennis
Een crediteurencommissie kan de curator in sommige gevallen goed adviseren. Crediteuren hebben vaak veel kennis van de branche en het bedrijf van de failliete BV. Nu de belangen van de schuldeisers bij de afwikkeling van het faillissement in beginsel voorop staan, is het gerechtvaardigd dat crediteuren door middel van een commissie ook invloed hierop kunnen uitoefenen. In deze zaak zijn de voorgestelde leden beurshandelaren die vanuit die hoedanigheid de curator kunnen voorzien van specialistische kennis die nodig is voor de afwikkeling van het faillissement.
Tegenstrijdige belangen
De curator stemt in met dit verzoek maar vindt wel dat de Belastingdienst in de commissie moet zijn vertegenwoordigd, zodat de commissie ook fiscale kennis meebrengt. De rechter-commissaris is het daarmee eens. De rechtbank moet bij de instelling van een crediteurencommissie onderzoeken of de commissieleden belangen hebben die strijdig zijn met de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. In deze zaak is dat niet het geval. Een van de drie leden moet iemand van de Belastingdienst zijn, oordeelt de rechtbank.
Reglement
De curator heeft voorafgaand aan de behandeling van de zaak een concept-reglement opgesteld voor de commissie van schuldeisers. De vijf schuldeisers (‘verzoekers’) en de rechter-commissaris hebben commentaar op het concept kunnen geven. In zo’n reglement wordt van alles geregeld, zoals de taken van de commissie, hoe vaak de commissie vergadert (in deze zaak: minstens eens per kalenderjaar), hoe de besluitvorming plaatsvindt (bij gewone meerderheid), wat er gebeurt als een commissielid bij een bepaald onderwerp een tegenstrijdig belang heeft, en of de commissieleden een vergoeding krijgen (het is onbezoldigd werk).
Strikt vertrouwelijk
Verder worden de informatieverstrekking en de geheimhouding geregeld. In het reglement staat dat informatie en inlichtingen die de curator verstrekt aan de commissie strikt vertrouwelijk zijn. Als een commissielid deze informatie toch deelt, dan moet deze – zonder aanmaning of ingebrekestelling – per overtreding een direct opeisbare boete aan de boedel betalen van € 50.000. Dit wordt nog vermeerderd met € 25.000 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 250.000. De rechtbank neemt dit reglement, na wijziging van enkele technische details, over en stelt het reglement vast.