Mislukte crypto-investering? Schade is vaak moeilijk aan te tonen

Mislukte crypto-investering? Schade is vaak moeilijk aan te tonen

Beleggen met en in cryptovaluta en dat via een onbekende laten lopen? Negen beleggers zagen hun investering in rook op gaan. Maar een schadevergoeding krijgen is nog niet gemakkelijk.

Negen ervaren beleggers in cryptovaluta komen via het chatplatform Telegram met elkaar in contact. Eén man heeft daarop een besloten chatgroep aangemaakt. In deze chatgroep plaatst hij een whitepaper waarin hij zijn uitgebreide ervaring met crypto en beleggingen uiteenzet, en de beleggers uitnodigt hun crypto te investeren. Gedurende bijna twee jaar maken zij Bitcoin en Ethereum over naar de adressen die de man via Telegram had opgegeven. Zij krijgen tweewekelijks overzichten van de stand van zaken.

Investering waardeloos

Op een bepaald moment bericht de man dat de investering (grotendeels in de altcoin Oyster Pearl, PRL) waardeloos is geworden. De beleggers stellen hem aansprakelijk op grond van wanprestatie en onrechtmatige daad, wat hij van de hand wijst. Vervolgens laten zij conservatoir beslag leggen op zijn cryptovaluta, die in gerechtelijke bewaring worden genomen. Ze eisen 105 bitcoin terug en ruim € 4 miljoen aan schadevergoeding, maar daar gaat de rechtbank Noord-Holland niet in mee. Ze gaan in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam.

Privérelatie

De beleggers vinden dan de man niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen, onder andere door de ingelegde cryptovaluta te investeren in PRL. De man had een privérelatie met de CEO van PRL, stellen zij, en dat heeft zijn beoordelingsvermogen als goed opdrachtnemer beïnvloed. Daardoor raakten de privébelangen van de man verstrengeld met de belangen van de CEO. Volgens het hof is die privérelatie niet met concrete feiten onderbouwd, daar vloeit dus geen aansprakelijkheid uit voort.

Zorgplicht

Maar die zorgplicht is toch een terecht punt, oordeelt het hof: de man had de beleggers moeten informeren over het feit dat hij een lening aan die CEO had verstrekt. Hij had er belang bij dat die lening werd terugbetaald en dus ook dat er werd geïnvesteerd in PRL. De beleggers waren niet bekend met dit belang. Maar zij tonen wederom niet aan dat zij als gevolg van deze tekortkoming schade hebben geleden. De beleggers hadden de man de vrije hand gelaten: hij kon naar eigen goeddunken beleggen in altcoins en de beleggers mochten er, gelet op het whitepaper, niet op vertrouwen dat die beleggingen zeer gering van omvang zouden zijn, en dat er geen risico’s aan waren verbonden.

Overzichten

Verder klagen de beleggers dat de maandelijkse investeringsoverzichten vals waren omdat de man de verliezen in PRL probeerde te verhullen door deze in de overzichten weg te laten. Maar partijen hebben niet afgesproken hoe zou worden gerapporteerd over de investeringen. Er stond alleen vast dat dit tweewekelijks zou gebeuren. In overzichten stond per wallet de inleg (in Ethereum) vermeld, alsmede de waarde daarvan in dollars en Bitcoin. Dat in de overzichten niet stond dat de man ook belegde in PRL maakt de door hem gegeven informatie in de overzichten – voorafgaand aan het waardeloos worden van PRL – wellicht minder informatief, maar niet zonder meer onjuist.

Onjuiste informatie

Wel heeft de man door de onjuiste informatie de beleggers de kans ontnomen om te beslissen om hun cryptovaluta niet (meer) in het fonds van de man te beleggen maar eventueel elders. De kans dat zij dit hadden besloten acht het hof reëel. De belegging in PRL betrof een groot deel van het fonds, mogelijk meer dan de helft, zodat het waardeverlies van PRL een grote negatieve invloed had op het resultaat van het fonds. Het hof gaat ervan uit dat indien de investeringsoverzichten de juiste cijfers hadden bevat, deze weinig rooskleurige cijfers over de resultaten van het fonds hadden laten zien, zodat de beleggers zich wellicht hadden teruggetrokken.

Schade

Het is dus goed mogelijk dat de beleggers schade hebben geleden door de onjuiste informatie over de waarde van de investeringen. De beleggers krijgen van het hof de mogelijkheid hun schade nader te onderbouwen (met marktonderzoeksrapporten) en kunnen daarbij aansluiting zoeken bij het gemiddelde rendement dat door beleggers in cryptovaluta is behaald over de dezelfde periode. De man mag uitleggen waarom de schade die hij wellicht moet betalen, moet worden gematigd. Een eventuele schadevergoeding moet worden voldaan in geld – Bitcoins zijn geen geld. Pas in een volgende ronde doet het hof dan uitspraak.