16 jan Teleurgestelde gefailleerde kan niet zomaar curator laten ontslaan
Als een gefailleerde het niet eens is met de handelswijze van de curator, kan deze naar de rechter-commissaris stappen. Maar niet alles wat de gefailleerde wil, zal de rechter- commissaris uitvoeren. Belangwekkende zaken moeten in een bodemprocedure worden behandeld. Wil de gefailleerde de curator laten ontslaan? Dan moet sprake zijn van zwaarwegende omstandigheden.
Een bestuurder van een failliet transportbedrijf eist een schadevergoeding van de curator. De schade is ontstaan omdat de curator het faillissement weinig voortvarend heeft afgewikkeld, vindt de bestuurder. Ook zou de curator de bestuurder niet adequaat hebben geïnformeerd en bezwaartermijnen met betrekking tot een UWV-vordering hebben laten verlopen. Verder eist de bestuurder dat de curator zijn schikkingsvoorstel moet accepteren, en anders moet hij maar worden ontslagen. De curator wijst alle eisen van de hand.
Ontvankelijk
Eerst moet de rechter-commissaris (in deze zaak van de rechtbank Rotterdam) beoordelen of deze de zaak wel kan behandelen. Alleen de gefailleerde, een schuldeiser of de commissie van schuldeisers kan worden ontvangen in een dergelijk verzoek. De rechter-commissaris stelt vast dat de bestuurder een van de schuldeisers van gefailleerde is. In die zin is deze verzoeker ontvankelijk.
Bodemprocedure
Echter, de bestuurder volgt hier toch de verkeerde weg. De bestuurder wil zijn boedelvordering te gelde te maken maar de procedure die hij hierbij volgt (die van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw)) is daarvoor niet bestemd. Boedelschuldeisers moeten voor een dergelijke vordering de gewone bodemprocedure doorlopen. Met artikel 69 Fw kan alleen invloed worden uitgeoefend op het beheer over de failliete boedel en kunnen de daarbij eventuele gemaakte fouten worden hersteld of voorkomen. Deze regeling is er niet voor om individuele verzoekers in de gelegenheid te stellen op eenvoudige wijze aan hen persoonlijk toekomende rechten tegenover de boedel geldend te maken.
Paulianeuze handeling
Dat de bestuurder eist dat de curator het schikkingsaanbod moet accepteren, lijkt volgens de rechter-commissaris vooral gedreven door zijn persoonlijke belang. De curator stelt dat de bestuurder ‘paulianeus’ heeft gehandeld, door vlak voor het faillissement een fors bedrag van de verkoopprijs van een vrachtwagen te verrekenen – om er zelf beter van te worden, zodat schuldeisers zijn benadeeld. Met het schikkingsaanbod wil hij mogelijk voorkomen dat hij hiervoor alsnog moet betalen. Maar dit dient te worden bepaald in een bodemprocedure, niet bij de rechter-commissaris. Voor de rechter-commissaris kan slechts worden beoordeeld of fouten in het boedelbeheer moeten worden hersteld. De eis dat de curator het schikkingsvoorstel moet accepteren, wordt dan ook afgewezen.
Curator ontslaan
En het verzoek de curator te ontslaan? De rechter-commissaris ziet geen redenen om een ontslagverzoek te ondersteunen. Zo’n verzoek moet altijd met terughoudendheid worden bekeken. Ontslag kan alleen bij ‘zwaarwegende omstandigheden’. Dat de curator fouten heeft gemaakt die hebben geleid tot schade bij de bestuurder, is niet gebleken. Een deel van de gemaakte verwijten (zoals het vermeende gebrek aan advies over aangiften loonbelasting) heeft zelfs betrekking op de periode van vóór de aanstelling van deze curator – nog los van de vraag of dergelijke advisering van een curator mag worden verwacht. Om die redenen zal de rechter-commissaris het verzoek de curator te ontslaan niet doorgeleiden naar de rechtbank, zoals de bestuurder graag wilde.