15 mei Verloren gegane bitcoins zijn niet makkelijk terug te halen
Een man die bitcoins bezit, stopt deze in een nog op te richten fonds. Maar het fonds komt niet van de grond – weg bitcoins. Met een dwangsom probeert hij de bitcoins terug te krijgen. De rechtbank ziet daar niets in.
Een klant richt een bedrijf op met als doel het opzetten van een fonds in cryptocurrency. Een klant stelt 20,59964 bitcoins beschikbaar, om deze onder te brengen in dit fonds. Het bedrijf en ook het fonds komen niet van de grond. De oprichter heeft wel de bitcoins van deze klant beheerd en verhandeld. Daarbij zijn verliezen ontstaan; later waren er nog 9,898 bitcoins over. In een schuldbekentenis, die beiden ondertekenen, staat dat de oprichter 10,7 bitcoins zal compenseren aan de klant.
Dwangsom
In een bodemprocedure vecht de oprichter de schuldbekentenis aan: hij wil dat deze wordt vernietigd omdat deze tot stand is gekomen door bedrog, bedreiging en dwaling. De rechtbank gaat daar niet in mee: de schuldbekentenis blijft in stand, maar de oprichter weigert te betalen. Daarop stapt de klant naar de rechtbank Amsterdam. Hij wil dat de rechtbank de oprichter veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 10.000 per dag dat hij in gebreke blijft (dus de bitcoins niet terugbetaalt), tot een maximum van € 200.000.
Equivalent
Een dwangsom is nodig, stelt de klant, omdat een deurwaarder de oprichter niet kan dwingen opgave te doen van het aantal bitcoins dat hij bezit. De deurwaarder ziet ook geen grondslag om de oprichter te bewegen bitcoins vanuit zijn wallet naar de wallet van de deurwaarder over te maken. Beslaglegging op vermogensbestanddelen van de oprichter is ook niet mogelijk, omdat hij is veroordeeld tot betaling van bitcoins en niet van het equivalent daarvan in euro’s. Een dwangsom is daarom de enige manier om de oprichter te dwingen over de brug te komen. De oprichter zegt dat hij dat niet kan. Hij bezit geen bitcoins en het aankopen van 10,7 bitcoins kost hem zo’n € 227.000. Dat geld heeft hij niet. De deurwaarder kan dat controleren door bewijsbeslag te leggen op de laptop, telefoon of andere gegevensdragers van de oprichter.
Beslag
De voorzieningenrechter moet beoordelen of aan de veroordeling in het bodemvonnis een dwangsom moet worden verbonden. Uitgangspunt daarbij is dat een dwangsom dient als prikkel om een uitgesproken veroordeling na te komen en niet als sanctie. De voorzieningenrechter overweegt dat op bitcoins conservatoir en executoriaal (verhaals)beslag kan worden gelegd. De oprichter kan wel degelijk worden verplicht tot het verrichten van een bitcoins-transactie van zijn wallet naar die van de deurwaarder. Volgens de voorzieningenrechter heeft de klant niet alles gedaan om het bodemvonnis te executeren.
Bescheiden inkomen
Zal het opleggen van een dwangsom de oprichter ertoe bewegen aan de veroordeling in het bodemvonnis te voldoen, dus de bitcoins terug te betalen? Dat gelooft de voorzieningenrechter niet. De oprichter heeft de rechtbank financiële documenten laten zien en daaruit blijkt dat hij een zeer bescheiden inkomen heeft. Het is dan onwaarschijnlijk dat de oprichter de afgelopen jaren 10,7 bitcoins heeft kunnen kopen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de oprichter het bodemvonnis simpelweg niet kan nakomen. In dat geval vormt een dwangsom geen noodzakelijke financiële prikkel om aan het bodemvonnis te voldoen. De dwangsom wordt niet opgelegd. De klant moet zijn verloren bitcoins op een andere manier zien terug te krijgen.