20 feb Diefstal van cryptocurrency leidt tot vermogensschade van broker, niet van klanten
Een medewerker van een bedrijf dat voor klanten cryptocurrency beheert, sluist een flinke hoeveelheid ervan naar zijn eigen wallet. Wie heeft nu schade geleden: de klanten of zijn werkgever? En waarom moet hij een schadevergoeding betalen als zijn ‘winst’ al door de politierechter is ontnomen?
Een man werkt bij een cryptocurrency broker, een bedrijf dat voor klanten cryptocurrency fondsen beheert en hen in staat stelt om cryptocurrency te verhandelen via haar platform. Uit een intern onderzoek blijkt dat de man cryptocurrency heeft ontvreemd door cryptocurrency die klanten aanhouden in de bedrijfswallet naar een externe wallet te hebben verplaatst. Noch het bedrijf, noch de klanten kunnen er nog bij. De totale waarde van deze fraudeleuze transacties bedraagt € 152.842.
Schadevergoeding
De man heeft de diefstal toegegeven. De politierechter legt hem een ontnemingsmaatregel op: hij moet dit bedrag aan de staat betalen wegens wederrechtelijk verkregen voordeel. Zijn werkgever eist een schadevergoeding van hetzelfde bedrag: het ontvreemden van de cryptocurrency is immers een onrechtmatige daad, waardoor de man ruim anderhalve ton aan het vermogen van de broker heeft onttrokken.
Aansprakelijk
Ook de rechtbank Rotterdam is ervan overtuigd dat de man al die frauduleuze transacties heeft gedaan. De omvang daarvan wordt door de man niet betwist, zodat het schadebedrag vaststaat. Hij is in beginsel aansprakelijk voor de geleden schade. Maar de man betwist dat de broker schade heeft geleden: de broker was immers geen eigenaar van de ontvreemde cryptocurrency en de waarde daarvan kan dus ook niet aan zijn vermogen zijn onttrokken. En niet is gebleken dat de broker door haar klanten aansprakelijk is gesteld en hun schade heeft moeten vergoeden.
Contractuele vordering
Volgens de broker zit het anders. Cryptocurrency worden door een klant altijd gehouden in een wallet maar deze is eigendom van de broker. De klant heeft een contractuele vordering op de broker voor levering van dezelfde hoeveelheid cryptocurrency – zo staat het in de algemene voorwaarden. Om die vordering van de klant te kunnen nakomen heeft de broker, na het ontdekken van de diefstal, evenveel cryptocurrency teruggeplaatst in de accounts van de klanten. Dit aanvullen uit eigen middelen was de broker contractueel verplicht, oordeelt ook de rechtbank. Daarmee heeft de broker vermogensschade geleden, niet haar klanten.
Kwijtschelden
Maar de man is door de politierechter toch al veroordeeld tot betaling van hetzelfde bedrag? Ondanks dit vonnis kan de man in een civielrechtelijk procedure worden veroordeeld tot betaling van de door de broker geleden schade. Betaalt hij dan geen twee keer? Nee. In het Wetboek van Strafvordering staat een bepaling dat de rechter het bedrag dat aan de staat moet worden betaald kan kwijtschelden of verminderen met datgene wat al is betaald. Dat doet de rechter in deze zaak: de man hoeft de staat niet meer te betalen maar wel het hele bedrag aan de broker.
Rente en onderzoekskosten
De man moet ook rente over dat bedrag betalen, te rekenen vanaf het moment dat de fraude is ontdekt en hij daarmee is geconfronteerd. Ook moet hij de onderzoekskosten betalen, medewerkers zijn dagen bezig geweest de fraude te onderzoeken. Dat geldt niet voor de buitengerechtelijke incassokosten, omdat de broker een fout heeft gemaakt in de aanmaningsbrief. Daarin stond een onjuiste betalingstermijn: de man zou moeten betalen ‘binnen veertien dagen nadat deze brief bij u is bezorgd’. In de wet staat dat een betalingstermijn geldt van veertien dagen ‘ingaande de dag na ontvangst van de aanmaning’.