Commissaris is niet rechtsgeldig benoemd en dus niet aansprakelijk voor boedeltekort

Commissaris is niet rechtsgeldig benoemd en dus niet aansprakelijk voor boedeltekort

Als een commissaris onvoldoende toezicht houdt op het bestuur van een vennootschap, en die vennootschap gaat failliet, dan kan ook de commissaris aansprakelijk worden gesteld voor het faillissementstekort. Maar die commissaris moet dan wel rechtsgeldig zijn benoemd.

Een bestuurder (en enig aandeelhouder) van een zorgorganisatie vraagt een ander of hij commissaris wil worden bij de zorgorganisatie. Met een speciaal formulier schrijft de bestuurder hem in als commissaris in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Later wordt de zorgorganisatie failliet verklaard, nog later de bestuurder zelf ook. De curator stelt de commissaris aansprakelijk voor het faillissementstekort.

Onbehoorlijke taakvervulling

Volgens de curator heeft de bestuurder structureel grote bedragen aan de zorgorganisatie onttrokken. Een faillissement kon vervolgens niet uitblijven. De commissaris heeft daarop geen toezicht gehouden, terwijl hij dit wel behoorde te doen. Hij heeft zijn taak als commissaris onbehoorlijk vervuld en het is aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Daarom is de commissaris aansprakelijk voor de schade. Deze schade is gelijk aan het boedeltekort en wordt geschat op ruim een miljoen euro. De curator vordert bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant eerst een voorschot van vijf ton.

Besluitvorming

Maar volgens de rechtbank is de commissaris niet rechtsgeldig benoemd. In de wet staat dat een commissaris wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Die besluit hierover binnen de vergadering, tenzij de statuten van de vennootschap bepalen dat besluitvorming ook op een andere wijze kan plaatsvinden. De statuten van deze zorgorganisatie bieden een regeling voor besluitvorming buiten vergadering. Maar zo’n besluit moet wel schriftelijk worden genomen.

Andere omstandigheden

Aan die eis is voldaan, stelt de curator: er is een inschrijfformulier van de Kamer van Koophandel, dat door de bestuurder én de commissaris is ondertekend. Maar zo ver wil de rechtbank niet gaan. Uit andere omstandigheden volgt namelijk iets anders. Zo is er een e-mail van de bestuurder aan de commissaris waarin de bestuurder verklaart dat een Raad van Commissarissen feitelijk nooit heeft bestaan omdat de procedure daarvoor nooit is doorlopen.

Gespreksverslag

Volgens de curator heeft de commissaris zijn rol als commissaris desondanks feitelijk uitgevoerd. Dat blijkt uit een andere e-mail, waarin een verslag is opgenomen van een kennismakingsgesprek. Daarbij zou deze commissaris aanwezig zijn geweest. Maar de rechtbank vindt dit onvoldoende om aan te nemen dat de commissaris daadwerkelijk zijn rol als commissaris heeft vervuld. Die betwist ook nog eens dat hij bij deze afspraak aanwezig was, en ook dat het gespreksverslag met zijn medewerking tot stand is gekomen en aan hem is toegezonden. Omdat hij de inhoud ervan niet kende, kon hij er ook geen bezwaar tegen maken. De curator heeft deze verweren van de commissaris niet weerlegd. Daarmee is onvoldoende onderbouwd dat de commissaris zijn rol als commissaris feitelijk heeft vervuld.

Niet aansprakelijk

Dan is er nog een gemeentelijk rapport waarin ook deze commissaris wordt genoemd, en dat deze twee keer per jaar overleg had met de bestuurder – iets wat de commissaris ook al betwist. Ook uit dit rapport blijkt niet dat de commissaris als zodanig heeft gefunctioneerd. De rechtbank kan niet anders dan oordelen dat niet vaststaat dat deze man rechtsgeldig tot commissaris is benoemd. Daarom wijst de rechtbank alle vorderingen van de curator af. De ‘commissaris’ kan niet aansprakelijk worden gehouden voor het faillissementstekort.