Aansprakelijkheid voor tussentijdse cijfers

Aansprakelijkheid voor tussentijdse cijfers

Het lijkt zo makkelijk; even de tussentijdse cijfers doorgeven op verzoek van de bank, de aandeelhouders of de directie. “Kun je even morgen de voorlopige cijfers aanreiken”, zoals dat vaak in de directiekamer wordt gevraagd. Algemeen bekend is dat, volgens artikel; 2:362 BW, de jaarrekening een getrouw beeld van de financiële toestand van een onderneming moet geven. Het doel van de jaarrekening is immers het geven van inzicht waarop een derde een oordeel kan vormen ten aanzien van o.a. het resultaat en vermogen van de vennootschap. Juist op die cijfers worden vaak investeringsbeslissingen genomen of kredietrelaties aangegaan. Met die jaarrekening wordt in de regel zorgvuldig omgegaan.

Wat veel mensen over het hoofd zien is dat dit precies hetzelfde geldt voor de tussentijdse cijfers die worden verstrekt aan een derde, zoals bijvoorbeeld de bank. Artikel 2:249 BW bepaalt namelijk dat indien door de jaarrekening, door tussentijdse cijfers of door het bestuursverslag, een misleidende voorstelling wordt gegeven van de toestand van de vennootschap, de bestuurders tegenover derden hoofdelijk aansprakelijk voor de schade zijn. Artikel 2:139 bepaalt dit net ook voor de naamloze vennootschap. Voor de aansprakelijkheid is wel vereist dat de cijfers daadwerkelijk bekend zijn gemaakt.

Dat lijkt allemaal niet zo erg als de ondernemer zijn best doet om te zorgen dat hij met kloppende cijfers komt. Misschien wordt daarvoor wel de financiële rechterhand of een externe kracht ingezet. Als dan blijkt dat er iets niet klopt, dan kan de ondernemer dat toch niet helpen? Maar zo eenvoudig ligt het helaas niet. Moet normaal de bestuurder een ernstig verwijt gemaakt kunnen worden om aansprakelijkheid als gevolg te hebben, werkt dat hier anders. In juridische woorden: er is geen toerekenbaarheid nodig om aansprakelijk te zijn. In gewone mensentaal: het is niet nodig dat de bestuurder (of een ander) ook daadwerkelijk wist dat de cijfers niet juist waren. Opzet of gewoon een vergissing, het leidt allemaal tot hetzelfde. Ook het feit dat er niet ondertekend is, werkt niet zonder meer bevrijdend voor de bestuurder. Om het nog erger te maken is de bestuurder die ook medebestuurders heeft, ook nog eens aansprakelijk voor de fouten die zijn medebestuurder maakt. Tenzij u daarvoor iets heeft geregeld natuurlijk.

Bedenk dus voordat u zomaar cijfers geeft dat deze aansprakelijkheid er kan zijn en bovendien een hoog risicogehalte heeft. Dit maakt dat met het doorgeven van de tussentijdse cijfers niet licht moet worden om gegaan.

Het is van groots belang dat bestuurders goed in het oog houden dat de cijfers, zelfs al zijn deze tussentijds, een getrouw beeld van de onderneming geven. Wordt een misleidende voorstelling van zaken vastgesteld, is hoofdelijke aansprakelijkheid meteen gegeven. Disculperen zal dan uiterst lastig zijn. Voorzichtig omgaan met het verstrekken van niet definitieve cijfers is kortom essentieel.