Privacyschending komt politie duur te staan

Privacyschending komt politie duur te staan

Als de politie de beelden online zet van een vermeende fraudeur, nemen andere websites dat over. Later blijkt dat het de verkeerde beelden waren. De ‘fraudeur’ is ten onrechte in zijn privacy aangetast. De politie moet een fikse schadevergoeding betalen.

In de zomer van 2021 wordt een bejaarde vrouw slachtoffer van een babbeltruc. Daarbij wordt haar pinpas gestolen. Een handlanger van de dader doet in een Jumbo-supermarkt met die pinpas een betaling. In een zoektocht naar deze handlanger vraagt de politie camerabeelden op van Jumbo. Op deze (bewegende) beelden is een man te zien die zijn boodschappen afrekent en de supermarkt uitloopt. De man is op de beelden direct te herkennen. De politie zet de beelden op haar eigen website en stuurt ze toe naar een lokale omroeporganisatie, die de (bewegende) beelden vervolgens toont in een nieuwsuitzending. Aan de kijkers wordt gevraagd om de tiplijn te bellen, als ze meer over deze man weten. De omroeporganisatie verspreidt de beelden verder via haar YouTube-kanaal, waarna deze weer worden overgenomen door enkele kranten. De beelden zijn nog verder verspreid via social media.

Verkeerde filiaal

Diezelfde dag meldt de man zich bij de politie en verzoekt om verwijdering van de beelden. Hij toont aan dat hij onterecht beschuldigd is, en de politie erkent dat ook. Het bleek dat de beelden waren opgevraagd bij een verkeerd filiaal van de supermarkt. De man had dus toevallig bij een andere Jumbo-winkel gepind op precies dezelfde tijd als de gezochte handlanger. De politie haalt de beelden van de man offline en verzoekt de omroeporganisatie hetzelfde te doen. De omroep zendt ook een rectificatiebericht uit. Ook de kranten verwijderen de beelden of maken het gezicht van de man onherkenbaar. Het Openbaar Ministerie laat de man weten dat hij ten onrechte als verdachte is aangemerkt en de strafzaak tegen hem wordt geseponeerd.

Schadeposten

De man krijgt excuses van de politie, maar dat vindt hij niet genoeg. Hij stelt de politie aansprakelijk voor de schade die hem is toegebracht. De politie erkent aansprakelijkheid, maar de vraag is: hoe groot is de schade dan? Een onafhankelijke expert stelt twee schadeposten vast. De man is ondernemer, met een administratiekantoor en een autorijschool, en die ondernemingen hebben volgens de expert inkomsten gemist door de openbare beschuldiging van de man. De expert schat het schadebedrag op € 15.622. De man is het niet met die inschatting eens en schakelt een eigen schade-expert in. Deze tweede expert meent dat de man gedurende een veel langere periode schade ondervindt van het handelen van de politie: de onterechte beschuldiging heeft volgens deze expert zeven jaar effect op de omzet van het administratiekantoor, met nog een na-ijleffect van drie jaar. De man eist op basis van dit rapport een veel hogere schadevergoeding. De politie wil dat niet vrijwillig vergoeden. De man legt zijn vordering voor aan de Rechtbank Den Haag.

Klanten weggelopen

Vaststaat – ook voor de rechtbank – dat de politie onrechtmatig heeft gehandeld door beelden van de man te verspreiden samen met een beschuldiging van betrokkenheid bij de babbeltruc-fraude. De discussie bij de rechtbank gaat dus alleen om de omvang van de schade. Duidelijk is dat enkele klanten van het administratiekantoor zijn vertrokken als gevolg van de beschuldiging en dat potentiële klanten zich om die reden hebben teruggetrokken. De man is daardoor omzet misgelopen, die door de rechtbank wordt ingeschat op € 179.760. Bij de autorijschool is één leerling vertrokken omdat die niet meer met de ‘fraudeur’ verder wilde. De rechtbank stelt de schade van die verloren leerling vast op € 3.675.

Immateriële schade

De man vordert daarnaast ook € 75.000 aan immateriële schade, omdat hij mentaal ernstig heeft geleden onder de geruchten en beledigingen na de verdachtmaking. Hij moest steeds anderen overtuigen van zijn onschuld en desondanks worden er opmerkingen en grappen over gemaakt. Ook zijn kinderen zijn aangesproken op de beelden en nieuwsartikelen. De man is onder behandeling geweest van een psycholoog, waarvan een rapport in het geding is gebracht. De rechtbank volgt de man in zijn stelling dat hij ook immateriële schade heeft geleden door het onrechtmatig handelen van de politie. Daarbij weegt de rechtbank onder meer mee dat de rectificatie die heeft plaatsgevonden niet erg effectief is geweest, omdat die pas maanden na de onterechte beschuldiging plaatsvond en ook niet heel precies duidelijk maakte over welk nieuwsbericht de rectificatie ging. De rechtbank kent dus immateriële schadevergoeding toe, maar stelt het te vergoeden bedrag wel een stuk lager vast dan wat de man vroeg. De rechtbank bepaalt dat de politie moet € 10.000 vergoeden voor immateriële schade.

Vergoeding

Tot slot moet de politie ook nog de kosten voor de schade-expert en de proceskosten van de man vergoeden. In totaal moet de politie meer dan € 200.000 aan de man betalen, terwijl de politie zelf ook kosten heeft moeten maken voor de procedure, die voor haar eigen rekening blijven.

De politie wil in hoger beroep. De politie heeft in dit verband aan de rechtbank gevraagd om te bepalen dat het vonnis niet tegen de politie ten uitvoer kan worden gelegd zolang hoger beroep nog mogelijk is (of een ingesteld hoger beroep nog loopt). Daarbij wees de politie erop dat de man in financiële problemen verkeert en dat hij de schadevergoeding dus waarschijnlijk niet terug kan betalen als die in hoger beroep op een lager bedrag zou worden vastgesteld. De man had in de rechtszaal zelf naar voren gebracht dat hij na de onterechte beschuldiging op een gegeven moment geld had moeten lenen om rond te komen. De rechtbank komt de politie op dit punt gedeeltelijk tegemoet. De veroordeling inzake de grootste schadepost (gemiste omzet van het administratiekantoor) kan niet direct ten uitvoer worden gelegd, maar de veroordeling tot vergoeding van de andere schadeposten wel.

Pijnlijke vergissing

Al met al is dit een van de droevigste zaken waar we ooit een blog over geschreven hebben. Voor de politie is het foutje in het adres van het Jumbo-filiaal een dure vergissing geworden, terwijl de schadevergoeding voor de onterecht beschuldigde man waarschijnlijk slechts een doekje voor het bloeden is. Het onveilige gevoel dat je zomaar ineens in allerlei media aan de schandpaal genageld kan worden, wordt er natuurlijk niet écht mee uitgewist. De bejaarde mevrouw moet nog steeds verder met de ervaring dat behulpzaam lijkende mensen soms oplichters zijn. Of de werkelijke babbeltruc-boeven inmiddels gevangen zijn, vertelt het verhaal niet.