Pas op. Voor digitaal overeengekomen afspraken gelden zwaardere eisen.

Watsonlaw_energie

Pas op. Voor digitaal overeengekomen afspraken gelden zwaardere eisen.

Een ondernemer betaalt zijn energierekening niet. Er is geen overeenkomst tot stand gekomen over de levering van elektriciteit en gas, beweert hij. De kantonrechter te Rotterdam moet beoordelen of sprake is van een rechtsgeldig energiecontract.

In de zomer van 2020 wordt een ondernemer gebeld door een bedrijf dat als tussenpersoon optreedt voor een energiebedrijf. De ondernemer is – zo stelt het energiebedrijf later – telefonisch akkoord gegaan met de levering van gas en elektriciteit. Het betreft een energiecontract voor vier jaar. Die afspraak is nadien per e-mail aan de ondernemer bevestigd.

Ondernemer betaalt niet

Omdat de ondernemer niet betaalt, maakt het energiebedrijf begin november de eindnota op: 113 euro. De ondernemer zegt niet te willen betalen omdat hij geen overeenkomst heeft gesloten. Het e-mailadres dat het energiebedrijf noemt komt niet overeen met de gegevens op het KvK-uittreksel van het bedrijf van de ondernemer, hij kent dat mailadres zelfs niet. Ook zegt hij dat er geen telefoongesprek met de tussenpersoon heeft plaatsgevonden, hij heeft geen offerte elektronisch ondertekend of aanvaard vanaf zijn IP-adres, er is geen stroom of gas aan hem geleverd. Hij zegt geen brieven te hebben ontvangen van het energiebedrijf.

Speciale regels

De zaak komt voor de kantonrechter Rotterdam, die moet beoordelen of de ondernemer het bedrag moet betalen – dus of er een overeenkomst is gesloten. De energieovereenkomst zou op digitale of elektronische wijze tot stand zijn gekomen: eerst het telefoongesprek, daarna via e-mail, waarin de afspraken zijn bevestigd. Op dergelijke overeenkomsten zijn speciale regels uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Daarin staat dat de identiteit van beide partijen met voldoende zekerheid moeten kunnen worden vastgesteld.

Digitale overeenkomst

Een digitaal gesloten overeenkomst komt doorgaans tot stand zonder dat partijen direct fysiek contact met elkaar hebben gehad, waardoor er in het algemeen meer ruimte is voor misbruik. De in de overeenkomst opgenomen gegevens zijn afkomstig van de informatie die telefonisch aan de tussenpersoon is overgebracht. Die gegevens hoeven niet per definitie juist te zijn, oordeelt de kantonrechter, omdat niet kan worden vastgesteld of de ondernemer die gegevens heeft opgegeven. Dit geldt temeer nu deze ondernemer heeft betwist dat het telefoongesprek heeft plaatsgevonden en het energiebedrijf hiervan geen bandopname heeft overgelegd. Van het energiebedrijf mag worden verwacht dat deze haar stelling dat de ondernemer de overeenkomst wel is aangegaan, met voldoende relevante feiten en omstandigheden onderbouwt.

Elektronisch aanvaard?

In die overeenkomst, zo constateert de rechtbank, worden de naam en de geboortedatum van de ondernemer genoemd. Volgens het energiebedrijf is de overeenkomst elektronisch aanvaard via het IP-adres dat is geregistreerd in de woonplaats van de ondernemer – deze laatste betwist dat: hij zegt dat het IP-adres niet van hem is.

E-mailadres en IP-adres

Voor de kantonrechter weegt de gemotiveerde betwisting door de ondernemer zwaar. Uit de overeenkomst die het energiebedrijf overlegt – en die niet is voorzien van een fysieke dan wel digitale handtekening – kan onvoldoende worden vastgesteld dat deze ook daadwerkelijk is gesloten. Het e-mailadres van de ondernemer móet wel kloppen, zegt het energiebedrijf, want mails zijn niet onbestelbaar retour gekomen. Voor de kantonrechter is dit onvoldoende om te kunnen vaststellen dat de e-mailberichten bij de ondernemer zijn aangekomen. Het e-mailadres hoeft immers niet ongeldig te zijn, maar kan ook van iemand anders zijn. Dat het IP-adres in de woonplaats van de ondernemer is geregistreerd zegt ook niks: dit wil niet zeggen dat het toebehoort aan de ondernemer. Omdat het energiebedrijf niet met sterker bewijs komt, worden haar vorderingen afgewezen. De ondernemer hoeft het energiebedrijf niet te betalen. Voor het energiebedrijf een les: pas op met de zwaardere eisen die worden gesteld aan digitaal overeengekomen afspraken.

Lees hier de hele uitspraak.