Het concurrentiebeding wordt gemoderniseerd

Het concurrentiebeding wordt gemoderniseerd

In veel arbeidsovereenkomsten staat een concurrentiebeding. Daarmee willen werkgevers hun concurrentiepositie veiligstellen. Werknemers die beschikken over bedrijfsgeheimen, klantcontacten, unieke werkprocessen, commerciële en technische kennis kunnen hiermee niet zomaar naar een concurrerend bedrijf overstappen. Maar de regels over het concurrentiebeding worden gewijzigd.

Het concurrentiebeding wordt steeds vaker gebruikt om te voorkomen dat werknemers – ook die geen vertrouwelijke bedrijfsinformatie hebben – overstappen. Het bindt de werknemer aan de werkgever. Zo kunnen werknemers worden aangetast in hun grondrecht op vrije arbeidskeuze en wordt arbeidsmobiliteit bemoeilijkt. Daarom wil de regering de mogelijkheden van concurrentiebedingen inperken. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het wetsvoorstel Wet modernisering concurrentiebeding ter internetconsultatie ingediend.

Schriftelijk

Op dit moment zijn er weinig wettelijke vereisten voor gebruik van een concurrentiebeding. Dit beding moet schriftelijk zijn overeengekomen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd moet de werkgever schriftelijke motiveren waarom het concurrentiebeding noodzakelijk is. Nu geldt: het concurrentiebeding is geldig, tenzij. Dit wordt omgedraaid: concurrentiebeding is in beginsel nietig, tenzij.

Twaalf maanden

De regel dat het concurrentiebeding schriftelijk moet zijn overeengekomen (met een meerderjarige werknemer) blijft. In een concurrentiebeding moet staan hoe lang het geldt. De maximaal toegestane termijn bedraagt twaalf maanden. Ook moet in de schriftelijke motivering staan voor welke geografische reikwijdte de beperking geldt. Wat ook blijft is dat de werkgever schriftelijk motiveert welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen er spelen zodat de beperking noodzakelijk is. Dit gaat ook gelden voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (nu is dat nog niet zo).

Vergoeding

Nieuw is dat een werkgever bij het eindigen van de arbeidsovereenkomsten schriftelijk moeten aangeven dat hij zich beroept op het concurrentiebeding, én voor welke periode – met dus een maximum van een jaar. Voor elke maand dat de werkgever zich beroept op het concurrentiebeding, moet hij een vergoeding betalen aan de vertrekkende werknemer. Dat bedrag is gelijk aan de helft van diens loon. Duurt de beperking acht maanden, dan moet de werkgever vier maandsalarissen betalen. Overigens mogen de werkgever en de werknemer afspreken dat geen vergoeding is verschuldigd.

Internetconsultatie

Het wetsvoorstel ligt tot 15 april 2024 ter internetconsulatie. Hierna wordt het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gezonden.