Bescherming schuldenaar bij betaling aan een onbevoegde

Watsonlaw_Bescherming-schuldenaar-bij-betaling-aan-een-onbevoegde

Bescherming schuldenaar bij betaling aan een onbevoegde

Soms betaalt een schuldenaar aan een andere partij dan de echte schuldeiser, bijvoorbeeld omdat de schuldenaar het rekeningnummer niet juist heeft overgenomen. Betalen aan de verkeerde partij kan ook een gevolg zijn van een misverstand of fraude. In sommige gevallen kan de schuldenaar aan de schuldeiser tegenwerpen dat hij bevrijdend heeft betaald. Wij leggen uit wanneer dit mogelijk is.

De regels over bevrijdende betaling staan in artikel 6:34 Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel heeft tot doel om de schuldenaar, die te goeder trouw is bij de betaling aan een ander dan de werkelijke schuldeiser, te beschermen. Als aan de vereisten is voldaan, dan komt het risico van de betaling aan een verkeerde partij bij de schuldeiser te liggen.

Vereisten voor bevrijdende betaling

Het is aan de schuldenaar om te bewijzen dat hij te goeder trouw was bij de betaling aan een ander dan de werkelijke schuldeiser. Hiervoor moet hij aantonen dat hij op redelijke gronden heeft aangenomen dat de partij waaraan hij betaald heeft de schuldeiser was, of dat hij vanwege een andere reden aannam dat hij aan deze derde partij moest betalen. Of er voldoende redenen zijn om te bewijzen dat de schuldenaar te goeder trouw was hangt van de omstandigheden af.

Vervalste factuur

In mei 2021 oordeelde de Hoge Raad over de vraag of de betaling van een vervalste factuur op de rekening van een fraudeur bevrijdend was. In deze zaak ging het over twee partijen die al jaren op een vaste manier zaken deden. De ene partij, de koper, plaatste de order en de andere partij, de verkoper, wees vervolgens een van de dochtermaatschappijen aan die de order zou leveren. De dochtermaatschappij stuurde een bevestiging aan de koper met een factuur.

Deze vaste werkwijze werd ook in het onderhavige geval gevolgd, alleen vanwege een vervalste factuur liep de verkoper de betaling mis. De dochtermaatschappij stuurde een factuur per e-mail naar de koper. Enkele minuten later volgde er een tweede e-mail, vanaf hetzelfde e-mailadres. In deze e-mail stond dat de eerste factuur genegeerd moest worden en dat de correcte factuur later zou volgen. Een aantal uren later werd er, wederom vanaf hetzelfde e-mailadres, een nieuwe factuur verstuurd. Nadat de koper had betaald bleek dat het bankrekeningnummer onjuist was. De koper meende dat er bevrijdend was betaald, de verkoper was het niet met deze stelling eens en startte een procedure en vorderde betaling van de koopsom.

Volgens de Hoge Raad mocht de verkoper zich er in beginsel op beroepen dat de e-mail met de vervalste factuur niet afkomstig was van hen. Echter, de omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat dit anders wordt. Volgens de Hoge Raad moet er dan onder andere gekeken worden naar de mate waarin partijen adequate voorzorgsmaatregelen hebben genomen om te voorkomen dat een derde in staat is zich voor een van hen uit te geven. De vervalste factuur werd verstuurd vanaf hetzelfde e-mailadres als de eerste factuur. Volgens de Hoge Raad zijn er daarom redenen waarom de koper de vervalste factuur voor juist mocht houden en heeft de koper bevrijdend betaald.

Conclusie

Of er sprake is van bevrijdende betaling hangt af van de omstandigheden van het geval. In deze situatie waren er omstandigheden waardoor de koper de vervalste factuur voor juist mocht houden. De koper hoeft het bedrag dat al betaald is, zij het aan de verkeerde partij, niet te betalen aan de verkoper.