16 aug Ontevreden over de curator? Een wisseling is lastig.
Na een faillissement wordt een curator aangesteld die het bestuur van het bedrijf overneemt. De oorspronkelijke bestuurder wil, omdat hij ontevreden is over de curator, de curator laten ontslaan en vervangen door een andere curator. Dat kan alleen als daarvoor zwaarwegende belangen zijn. De drempel daarvoor ligt hoog.
Nadat een bedrijf failliet wordt verklaard, wordt een faillissementscurator aangesteld. Een half jaar na het faillissement vraagt de bestuurder van het bedrijf aan de rechtbank Den Haag deze curator te ontslaan. De rechter-commissaris adviseert dit verzoek af te wijzen.
Klachten
De bestuurder heeft veel klachten over de curator. Zo bezat zijn failliete bedrijf een aantal panden, die – volgens de bestuurder – door de curator zijn verkocht voor een bedrag ver beneden de marktwaarde. Dat geldt ook voor de ouderlijke woning die de bestuurder samen met zijn broer heeft geërfd. Zijn deel van de woning wordt te laag ingeschat, waardoor zijn broer wordt bevoordeeld. Ook vindt de bestuurder dat de curator over deze zaken slecht met hem overlegt. De curator zou veel te weinig reageren op brieven en verzoeken die de bestuurder hem stuurt. Verder zou de curator geen actie ondernemen tegen enkele advocaten: die moeten nog geld betalen aan de bestuurder vanwege hun beroepsfouten en bovenmatige declaraties – maar de curator lijkt nauwelijks achter dat geld aan te gaan. Tot slot zou de curator voor zichzelf te hoge salariskosten in rekening brengen. Hij werkt niet resultaatgericht en kostenefficiënt, waardoor de afwikkeling van het faillissement veel te lang duurt.
Belang van de boedel
De bestuurder baseert het ontslagverzoek op artikel 73 van de Faillissementswet. Daarin staat dat de rechtbank een curator kan ontslaan als een schuldeiser of de gefailleerde dat verzoekt. Wel moeten er zwaarwegende omstandigheden zijn die het ontslag rechtvaardigen. Een curatorwisseling brengt immers aanzienlijke kosten met zich mee en moet niet te lichtzinnig worden gedaan. Daarom is het ontslag van een curator in beginsel niet in het belang van de boedel en de schuldeisers. De rechtbank moet onderzoeken: is het belang van de boedel dusdanig door de curator geschaad dat dit reden is voor ontslag? Een probleem is dat artikel 73 niet in het leven is geroepen om het beleid van de curator te laten toetsen. Dat toezicht wordt uitgeoefend door de rechter-commissaris.
Communicatie
Toch bekijkt de rechtbank de ‘klachten’ van de bestuurder. De bestuurder heeft niet aangetoond dat de panden meer hadden kunnen opbrengen. De verkoop daarvan is met meerdere waarborgen omkleed geweest en is netjes verlopen. De boedel is er niet door geschaad. Bovendien leent een artikel 73-procedure zich niet om de verkoop nogmaals door de rechtbank te laten toetsen. Wat de geërfde woning betreft: de bedragen staan nog niet vast, er wordt nog onderhandeld. De communicatie: een curator hoeft niet op iedere brief van een gefailleerde te reageren. Ook hoeft de curator niet een gefailleerde bij al zijn werkzaamheden te betrekken. Uit de uitgebreide mailcorrespondentie blijkt volgens de rechtbank dat de communicatie naar behoren is verlopen. Als de bestuurder vindt dat de curator meer actie moet ondernemen richting de advocaten, dan moet hij dat verzoeken aan de rechter-commissaris. Wat de curator nu (niet) doet, is geen grond voor ontslag.
Salaris
Dat geldt ook voor de uren die de curator aan het faillissement heeft besteed. Het salaris van een curator wordt door de rechtbank vastgesteld nadat de rechter-commissaris daarover is gehoord. Ook op basis hiervan kan de curator niet worden ontslagen. In dit geval vindt de rechtbank dat de gemaakte kosten redelijk zijn. Juist het sturen van vele brieven door de bestuurder en het voeren van meerdere procedures, zorgen voor extra werkzaamheden voor de curator. Er zijn, opgeteld, geen zwaarwegende gronden zijn die het ontslag van de curator rechtvaardigen. De rechtbank wijst het verzoek van de bestuurder af.