Ex-vrouw ongerechtvaardigd verrijkt door gratis auto van failliet bedrijf

Ex-vrouw ongerechtvaardigd verrijkt door gratis auto van failliet bedrijf

Een jaar voordat een onderneming failliet gaat, schenkt de bestuurder van de onderneming een bedrijfsauto aan zijn ex-vrouw. In deze zaak moet de kantonrechter de vraag beantwoorden of dat zomaar kon. Duidelijk is in ieder geval dat de schuldeisers hierdoor zijn benadeeld.

Een bestuurder/aandeelhouder van een bedrijf is gescheiden. Samen met zijn ex-vrouw heeft hij vier minderjarige kinderen. Het bedrijf beschikte over een auto die de man aan zijn ex-vrouw schenkt. Een week later verkoopt zij de auto voor € 10.000. Een jaar later wordt het bedrijf failliet verklaard. De man zegt tegen de curator dat de auto een ‘privé-onttrekking’ betreft, wat nog in de jaarcijfers moet worden verwerkt. Maar de curator wil de rechtshandeling (het overdragen van de auto aan de vrouw) vernietigen omdat deze ‘paulianeus’ is: in het zicht van een faillissement snel nog betalingen doen of zaken weggeven aan bekenden, waardoor de schuldeisers worden benadeeld. De curator wil dat de vrouw de schade vergoedt die het bedrijf – eigenlijk de schuldeisers – heeft geleden, en gaat daarvoor naar rechtbank Overijssel.

Vernietigen

Op grond van de Faillissementswet kan de curator elke rechtshandeling die een schuldenaar vóór de faillietverklaring onverplicht heeft verricht – en waarvan deze wist of behoorde te weten dat daarmee schuldeisers zouden worden benadeeld – door een buitengerechtelijke verklaring vernietigen. Kende die rechtshandeling een tegenprestatie, dan kan deze alleen worden vernietigd als ook degene met wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte (dus de vrouw), wist of behoorde te weten dat schuldeisers zouden worden benadeeld. Een rechtshandeling ‘om niet’ (zonder tegenprestatie) kan worden vernietigd zonder dat de andere partij wist van benadeling. Volgens de vrouw was sprake van een tegenprestatie: haar ex-man betaalde geen alimentatie voor hun kinderen en hij wilde met de auto alsnog bijdragen in hun onderhoud.

Voorzienbaar

In deze zaak stelt de kantonrechter vast dat de overdracht van de auto onverplicht was, en ook dat de schuldeisers zijn benadeeld. De vraag die moet worden beantwoord luidt: wist de bestuurder dat ook? Daarvoor moet duidelijk zijn dat de bestuurder, toen de auto werd overgedragen, het faillissement met een redelijke mate van zekerheid voorzienbaar was. De curator moet dat bewijzen maar slaagt daar niet in, stelt de kantonrechter. Nu de man het faillissement niet kon voorzien, staat ook niet vast dat hij kon weten van benadeling van de schuldeisers toen hij de auto aan zijn ex gaf.

Niet onrechtmatig

Heeft de vrouw dan onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeisers, nu zij de auto gratis heeft aangenomen en daarmee dit bestanddeel heeft onttrokken uit het vermogen van het inmiddels failliete bedrijf? De vrouw vindt van niet: toen zij de auto kreeg, kon ook zij niet voorzien dat het bedrijf failliet zou gaan. De kantonrechter gaat daarin mee.

Ongerechtvaardigde verrijking

Tot slot stelt de curator dat de vrouw door de gratis auto ongerechtvaardigd is verrijkt. In de wet staat dat wie ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht is diens schade te vergoeden tot het bedrag van de verrijking. Uit vaste rechtspraak volgt dat een verrijking ongerechtvaardigd is, indien daarvoor geen redelijke grond aanwezig is.

Schade vergoeden

Volgens de kantonrechter is de vrouw inderdaad verrijkt door de gratis auto en is het bedrijf daardoor verarmd. Het verhaal van de tegenprestatie – de auto in plaats van de kinderalimentatie – gaat niet op. De auto was immers eigendom van het bedrijf en niet van de man, en het bedrijf had geen verplichtingen aan de vrouw of aan de kinderen. Dat het een privé-onttrekking zou zijn, gelooft de kantonrechter niet: deze verklaring is pas geruime tijd na de schenking opgesteld. Daarmee was de schenking ongerechtvaardigd. Nu de vrouw daardoor is verrijkt moet zij de schade vergoeden die de boedel door de schenking heeft geleden, tot aan het bedrag van haar verrijking. De kantonrechter oordeelt dat zij € 10.000 aan de curator moet betalen.